Innovatiebox

Update van het besluit innovatiebox

Linda van de Reep
Door:
insight featured image
Op 13 december 2021 is het innovatieboxbesluit geactualiseerd. In dit artikel komen de verduidelijking voor het tweede toegangsticket en zelfontwikkelde programmatuur aan bod en ook de samenloop van innovatiebox en NOW.
Onderwerpen

Twee toegangstickets

Voor de toepassing van de innovatiebox moet een onderneming over een toegangsticket beschikken. De S&O-verklaring is zo'n toegangsticket. Grotere belastingplichtigen hebben in principe twee toegangstickets nodig. Het gaat dan om een S&O-verklaring en bijvoorbeeld een octrooi. Dit is slechts anders indien het gaat om de ontwikkeling van programmatuur. Dan is een S&O-verklaring als toegangsticket afdoende.

Grotere belastingplichtige en programmatuur In de praktijk ontstonden knelpunten voor ICT-ondernemingen die zich bezighielden met de ontwikkeling van hardware en software. Bij deze ondernemingen was in de S&O-aanvraag soms onvoldoende duidelijk dat de aanvraag gericht was op ontwikkeling van programmatuur. Dit heeft te maken met de projectstructuur van de S&O-aanvraag. Er was discussie of deze ICT-ondernemingen toch gebruik konden maken van de innovatiebox, ook al hadden zij geen tweede toegangsticket. Het besluit (Stcrt. 2021, 48152) lost dit knelpunt in onderdeel 3.2.2 op. Deze ondernemingen kunnen gebruikmaken van de innovatiebox. Zij moeten dan wel aannemelijk maken dat sprake is van de ontwikkeling van programmatuur, zodat aan de voorwaarde van art. 12ba, lid1, onderdeel b, sub 3 Wet Vpb is voldaan. In een volgende S&O-aanvraag zal de onderneming ook duidelijk moeten aangeven dat zij programmatuur ontwikkelt.

Octrooi en exclusieve licenties. Binnen grotere concerns is vaak één (buitenlandse) groepsmaatschappij waar alle octrooien geregistreerd staan. In die gevallen is het lastig om aan het octrooi-toegangsticket te voldoen. In de praktijk zijn er verschillende scenario’s:

De Nederlandse onderneming heeft een exclusieve licentie voor het octrooi. De innovatiebox kan in dat geval worden toegepast, (art. 12ba, lid 4, Wet Vpb);

De Nederlandse onderneming heeft de exclusieve beheers- en beschikkingsbevoegdheid (economisch eigendom) van het geoctrooieerde immaterieel activum. Maar de groepsmaatschappij heeft het octrooi geregistreerd. In dat geval kan de groepsmaatschappij geen licentie verlenen. Het besluit verduidelijkt in onderdeel 3.2.3 dat ook dan toepassing van de innovatiebox mogelijk is.

Nexusbreuk

Als een vennootschap S&O-werkzaamheden uitbesteedt aan verbonden vennootschappen, dan komt een gedeelte van de voordelen niet in aanmerking voor de innovatiebox. Dat gedeelte hangt samen met de kosten die aan verbonden vennootschappen worden betaald voor de S&O-werkzaamheden. De breuk is te vinden in art. 12bb, lid 1, Wet Vpb. Kwalificerende voordelen zijn: ((kwalificerende uitgaven x 1,3) / totale uitgaven) * voordelen.

Voorbeeld

Een belastingplichtige heeft een immaterieel activum ontwikkeld, waarvoor hij een S&O-verklaring en een octrooi heeft gekregen. De totale uitgaven die hij in voorgaande jaren heeft gedaan voor deze ontwikkeling zijn € 1.560, waarvan € 800 betrekking heeft op S&O-werk dat de belastingplichtige zelf heeft verricht, € 200 ziet op het uitbesteden van S&O-werk aan derden en € 560 betrekking heeft op uitbesteden aan verbonden lichamen. De belastingplichtige behaalt in het jaar € 1.200 netto voordelen. De kwalificerende uitgaven zijn € 1.300, te weten de uitgaven die betrekking hebben op S&O-werk dat de belastingplichtige zelf verricht (€ 800) en de uitgaven die betrekking hebben op het uitbesteden van S&O-werk aan niet-verbonden lichamen (€ 200), vermenigvuldigd met 1,3. De totale uitgaven zijn € 1.560. De kwalificerende voordelen bedragen derhalve: € 1.300/€ 1.560 * € 1.200 = € 1.000.

NOW en nexusbreuk

Het besluit geeft ook een toelichting op de invloed van de NOW op de nexusbreuk. De NOW is een tegemoetkoming in de loonkosten, zodat werkgevers hun werknemers kunnen doorbetalen. Dit geldt ook voor R&D-medewerkers. Dit heeft echter geen gevolgen voor de nexusbreuk, omdat de NOW de eigen loonuitgaven van werkgevers niet beïnvloedt.

bz-advies

In het nieuwe besluit is nog aandacht voor enkele andere bijzondere situaties. Bijvoorbeeld over de toepassing van de forfaitaire methode en de voorkoming van dubbele belasting bij innovatieboxroyalties. Al met al zijn de wijzigingen beperkt. Maar kan het in voorkomende gevallen toch behulpzaam zijn!

Het innovatieboxbesluit is geactualiseerd. Het bevat enkele oplossingen voor knelpunten die in de praktijk waren ontstaan bij toepassing van de besluiten uit 2017 en 2018 ((Stcrt. 2017, 68678 en 2018, 68661).

Dit artikel is eerder verschenen in SDU