article banner
Healthcare

Spoedwet terugdringen niet-gecontracteerde zorg

Jeroen Bos Jeroen Bos

Er is de laatste tijd weer een hoop te doen over de vergoedingen voor niet-gecontracteerde zorg. Aanleiding hiervoor is een lijst met een aantal, vanwege de coronacrisis, spoedeisende wetsvoorstellen die eind maart aan de Tweede Kamer is gezonden. Eén van de aangekondigde wetsvoorstellen is de wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het bevorderen van zorgcontractering. Kostenbeheersing en efficiënte inzet van schaars personeel zijn aangegeven als de grootste motivering voor de spoedeisendheid.

Kostenbeheersing omdat door de omstandigheden bij de niet-gecontracteerde zorg gemiddeld 2 keer zoveel tijd per zorgvrager wordt besteed. De wens was om de lijst met spoedeisende wetsvoorstellen nog voor de zomer door de Eerste- en Tweede Kamer in behandeling te nemen. Momenteel is de status onbekend.

Hinderpaalcriterium

Met het wetsvoorstel wordt beoogd een wijziging aan te brengen in de Zorgverzekeringswet ten aanzien van het zogenoemde ‘hinderpaalcriterium’. Dit criterium houdt in dat een zorgvrager geen hinder mag ondervinden bij de vrije keuze voor een zorgaanbieder (vrije artsenkeuze). In het verleden is hier al regelmatig over geprocedeerd omdat zorgverzekeraars het vaak lastig proberen te maken voor hun verzekerden zich te wenden tot een niet-gecontracteerde zorgaanbieder. Zorgverzekeraars stellen namelijk vaak dat niet-gecontracteerde zorgaanbieders minder efficiënt werken, te veel declareren, minder te controleren zijn en dat zij daar administratief ook meer werk aan hebben. Dus werpen zij nogal eens drempels op zoals een lagere vergoeding, een machtigingsvereiste, een betaalovereenkomst en bijvoorbeeld een cessieverbod.

Door de jurisprudentie was ook een bepaalde hoogte van de vergoeding uitgemaakt: circa 75 procent van de gebruikelijke vergoeding. Dit kon nog wel door de beugel, maar onder de 75 procent zouden cliënten wel hinder ondervinden in hun vrije keuze.

Vermoedelijke uitwerking wetsvoorstel

Door het wetsvoorstel wordt de hoogte van de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg naar beneden gebracht. De verwachting is dat dit gedifferentieerd wordt: bij complexe zorg een hogere vergoeding, bij eenvoudige handelingen beduidend lager. Zo wordt de hoogte van de vergoeding in regelgeving vastgelegd en is deze niet meer, op de oorspronkelijke wijze, afhankelijk van het hinderpaalcriterium en de daarbij ontwikkelde jurisprudentie.

Daarnaast wordt waarschijnlijk de mogelijkheid gecreëerd om in lagere regelgeving (algemene maatregelen van bestuur) de percentages van vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg naar beneden bij stellen. Dit lijkt in beginsel bedoeld voor de GGZ en wijkverpleging, maar mogelijk kunnen ook andere branches volgen.

Onrust

Door de beoogde spoedwetgeving is de nodige onrust in de markt ontstaan. Brancheorganisaties en zorgverleners verzetten zich tegen een mogelijke verlaging van de vergoedingen. Ook de Stichting Handhaving Vrije Artsenkeuze (Stichting VA) strijdt, gefinancierd door 35 medisch-specialistische, ggz- en revalidatieklinieken, voor betere vergoedingen voor niet-gecontracteerde zorgaanbieders. Er is al vaker geprobeerd het artikel over het hinderpaalcriterium in de wet te wijzigen. Dit zorgde voor veel kritiek en is tot op heden ook altijd gestrand.

Tegenstanders vrezen dat nu te snel en niet weloverwogen, alsnog een wijziging doorgevoerd wordt. Het is te hopen dat hieraan gedegen onderzoek vooraf gaat, met name ook aan de andere zijde van de medaille: de mogelijkheid tot en wijze van contracteren door de zorgverzekeraars met zorgaanbieders.

.

Vragen over dit onderwerp?

Neem bij vragen contact op met .

Actualiteiten