article banner
Btw

Invloed margeregeling op nieuwe KOR btw onduidelijk

Bob van der Steen

Vanaf 1 januari 2020 geldt een nieuwe btw-regeling voor kleine ondernemers (KOR), die een maximale omzet hebben van 20.000 euro. Met welke omzet u voor de bepaling wel of niet rekening moet houden, hebben wij in ons eerste artikel over de KOR vermeld. In dit artikel bespreken wij de omzet waarvoor een margeregeling geldt, zoals bijvoorbeeld voor gebruikte goederen, antiek of de reisbureaus. Het lijkt erop dat de Nederlandse regeling in strijd is met de Europese wetgeving.

Invloed omzet margeregeling op berekening KOR grens volgens Nederland

Uit de parlementaire stukken bij de totstandkoming van de wet, blijkt dat voor de bepaling van de KOR-grens voor de verkopen die onder een margeregeling vallen, slechts rekening gehouden mag worden met de margewinst. De margewinst is in de regel het verschil tussen de inkoop- en verkoopwaarde, al kan dit per margeregeling iets verschillen. Dit staat in de stukken: "Bij leveringen van goederen waar de btw wordt betaald over de winstmarge, zoals de reisbureauregeling en de margeregeling voor gebruikte goederen, wordt alleen de winstmarge meegerekend als omzet voor toepassing van de nieuwe KOR." De wetgever bedoelt hiermee dat de leveringen van goederen en diensten die belast zouden zijn als de nieuwe KOR niet zou gelden (de winstmarge).

Voorbeeld: De inkoopwaarde van marge goederen bedraagt in 2020 50.000 euro. U verkoopt deze goederen voor 65.000 euro. Uw margewinst is 15.000 euro. U mag daar dan de btw uithalen, zodat per saldo de margewinst exclusief btw 12.397 euro bedraagt. Volgens de parlementaire stukken blijft u dus onder de 20.000 euro en mag u de KOR toepassen.

Lees meer btw-gerelateerde artikelen >>

Hof van Justitie EG denkt daar anders over

Op 29 juli 2019 heeft het Hof van Justitie EG echter in een Duitse zaak beslist dat voor de berekening van de KOR-grens, in het geval van een margeregeling de verkoopwaarde moet worden genomen, en dus niet de margewinst. In dat geval valt de berekening anders uit, namelijk Euro 65.000 minus Euro 2.603 btw is Euro 62.397. Ruim boven de KOR-grens dus.

Omdat de Duitse rechter twijfels had over de toepassing de KOR heeft hij de vraag voorgelegd bij het Hof van Justitie. Het hof meent dat voor de toepassing van de kleineondernemersregeling bij de berekening van de omzetgrens rekening gehouden moet worden met alle ontvangen of te ontvangen bedragen door de ondernemer. Voor de margeregeling betekent dat de margeomzet en niet de margewinst, de btw buiten beschouwing gelaten. Het Unierecht staat Lidstaten niet toe dat alleen met de margewinst rekening gehouden wordt.

Oproep belastingdienst

Onze voorlopige conclusie is dat de Nederlandse uitleg voor de berekening van de KOR-grens, ingeval van een margeregeling in strijd is met het Europese recht en niet is toegestaan. Als Nederland vasthoudt aan haar beleid dat u mag uitgaan van de margewinst, dan mag u dat zo toepassen, ongeacht wat het Hof van Justitie daarvan vindt.

Wilt u gebruik maken van de KOR dan moet u weten waar u aan toe bent en moet u dat tijdig melden bij de Belastingdienst. Het zou vervelend zijn als de Belastingdienst haar beleid (gedwongen) wijzigt nadat u een keuze heeft gemaakt. Wij roepen daarom de Belastingdienst op om zo snel mogelijk duidelijkheid te verschaffen, zodat ondernemers een weloverwogen afweging kunnen maken. Onze btw-specialisten kunnen u meer hierover vertellen.

Dit artikel is geschreven door Ali Muhamad, Consultant Tax. 

Lees meer btw-gerelateerde artikelen >>

Actualiteiten