Cafetariaregeling

Cafetariaregeling: brutoloon in ruil voor eindheffing WKR

John Boer
Door:
Cafetariaregeling: brutoloon in ruil voor eindheffing WKR
De Kennisgroep Loonheffing algemeen van de Belastingdienst heeft onlangs een standpunt ingenomen. In het kader van de cafetariaregeling is het toegestaan om af te zien van een hoger brutoloon. Dit is in ruil voor een lagere vergoeding die door u als werkgever is aangewezen als eindheffingsloon, in verband met de verschuldigde WKR eindheffing.

Het staat u en werknemers vrij om de arbeidsvoorwaarden, in het bijzonder de beloning, optimaal af te stemmen op de wettelijke, fiscale mogelijkheden. Het is fiscaal niet relevant dat een bedrag van een vergoeding niet gelijk is aan het bedrag van het daarvoor ingeleverde brutoloon. In de cafetariaregeling is expliciet opgenomen dat een deel van het brutoloon waarvan wordt afgezien, geen loon is voor werknemers. Dit wordt gebruikt om de uitruil kostenneutraal te houden.

De kennisgroep noemt als voorbeeld een werknemer die een vergoeding wil ontvangen van € 600 voor zonnepanelen. De werknemer is vooraf gewezen op het keuzereglement van de cafetariaregeling, waarin de mogelijkheden en spelregels staan vermeld. Hij heeft vooraf inzicht in de financiële gevolgen van de voorgenomen keuze. Daarnaast wordt hij gewezen op de effecten op andere loongerelateerde regelingen van de uitruil, zoals WW-rechten, toeslagen, enzovoort. De cafetariaregeling wordt in een aanvulling op de arbeidsovereenkomst schriftelijk vastgelegd.

Als werkgever verrekent u eindheffing en premies werknemersverzekeringen. Hierdoor moet de werknemer afzien van een brutoloon van € 740 voor de uitruil. Deze uitruil verlaagt het brutoloon en de vergoeding wordt netto uitgekeerd.

De kennisgroep is van mening dat de ruil realiteitswaarde heeft. Daarnaast is het fiscaal toegestaan af te zien van het brutoloon als compensatie voor de (extra) eindheffingskosten voor u als werkgever. Hierbij is geen sprake van verhaal van eindheffing op de werknemer. 

Omdat u niet meer dan € 2400 per werknemer aanwijst als eindheffingsbestanddeel, wordt deze niet als ongebruikelijk beschouwd. 

Bekijk het rekenvoorbeeld van het standpunt van de Kennisgroep. 

Commentaar van de WKR-specialisten van Grant Thornton:

Dit is een toch wel verrassend standpunt van de Kennisgroep. Op zichzelf niet onjuist beredeneerd. Echter voelt het alsof de werknemer hiermee de kosten van de WKR eindheffing betaalt, die normaal gesproken voor rekening van de werkgever is. Toch is het gunstig om hier rekening mee te houden, bijvoorbeeld bij de vergroening en verduurzaming van de arbeidsvoorwaarden.

Wilt u meer weten over de werkkostenregeling? 

Neem contact met ons op