Op 1 januari 2023 kende box 2 maar één tarief van 26,9%. Sinds 1 januari 2024 heeft box 2 twee schijven, waarvan het hoogste tarief 33% bedraagt (voor inkomens boven € 67.000). Het kabinet is van plan om deze maatregel terug te draaien omdat 33% voor de dga bij nader inzien een te forse stijging van het box 2-tarief is. Het kan dus mogelijk verstandig zijn om een eventuele dividenduitkering vanuit de vennootschap uit te stellen tot 2025.
De bedrijfsopvolgingsregelingen (DSR en BOR) maken het mogelijk voor de dga om het bedrijf geheel of gedeeltelijk zonder belastingheffing te schenken of te laten vererven aan de bedrijfsopvolger(s), meestal de kinderen. Deze faciliteiten staan op de nominatie om verbeterd te worden. Het nieuwe kabinet neemt het concept wetsvoorstel ‘Aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025’ waarschijnlijk op in het Belastingplan 2025. Een belangrijke maatregel in dit wetsvoorstel is de verkorting van de zogenoemde ‘voortzettingstermijn’. Op dit moment geldt de regel dat de opvolger het bedrijf minimaal vijf jaar moet voortzetten, anders vervalt de (gedeeltelijke) vrijstelling. Deze eis werkt in de praktijk knellend. Het kabinet wil daarom de voortzettingstermijn vanaf 1 januari 2025 verkorten naar drie jaar. Voor verkrijging van aandelen van voor die datum blijft de termijn vijf jaar. Voor ondernemers is deze tegemoetkoming prettig, maar daarmee zijn zeker niet alle knelpunten opgelost. Zo kan ook een fusie van een onderneming of het verplaatsen van een onderneming binnen de voortzettingseperiode tot een geheel of gedeeltelijk verval van de BOR leiden. De bewegingsvrijheid van de ondernemer wordt hierdoor ernstig beperkt. Vooralsnog lijkt het kabinet niet bereid om deze problemen aan te pakken.
De BOR wordt op een aantal andere onderdelen wel versoberd. Een belangrijke wijziging is dat aandelenhouders met een aandelenbelang van minder dan 5% buiten de regeling vallen. Verder vervalt de zogenoemde 5%-doelmatigheidsmarge en neemt het kabinet maatregelen om oneigenlijk gebruik van de faciliteiten te bestrijden (bestrijding van de zogenoemde ‘rollatorinvestering’ en ‘dubbel-BOR’). Meer details hierover delen we direct na Prinsjesdag.
Over het nut en de noodzaak van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten lopen de meningen sterk uiteen. Het vorige kabinet wilde de BOR verregaander versoberen maar dat zien we maar zeer beperkt terug in de voorstellen. Sterker nog, op onderdelen is de BOR zelfs verruimd. Zoals het zogenoemde Bavaria-amendement. De familie Swinkels van Bavaria heeft sterk gelobbyd voor deze verruiming, vandaar deze naam. De Bavaria-uitzondering houdt kort gezegd in dat de BOR ook geldt voor belangen kleiner dan 0,5%. Hoewel het volstrekt logisch zou zijn dat de Bavaria-uitzondering vervalt, lijkt deze (vooralsnog) ongemoeid te blijven. Een verval van deze verruiming zal overigens geen nadelige gevolgen hebben voor de gemiddelde dga.
De nieuwe staatssecretaris van Fiscaliteit Folkert Idsinga heeft aangekondigd binnenkort terug te komen op de fiscale behandeling van bedrijfsoverdrachten. Op dit moment zijn verdergaande versoberingsmaatregelen dus nog niet uit te sluiten.
Natuurlijk houden wij je op de hoogte houden van ontwikkelingen op dit bewogen dossier! Tijdens Prinsjesdag horen we vast meer. Mis het niet en schrijf je nu alvast in voor ons traditionele Prinsjesdagwebinar!
