Prinsjesdag

Belastingplan 2025: maatregelen voor (vermogende) particulieren

Mr. Geert de Jong
Door:
Prinsjesdag 2024
De voorgestelde maatregelen zullen per 1 januari 2025 in werking treden, tenzij anders vermeld.
Onderwerpen

Tarieven IB 2025 niet-AOW’er

Belastingplichtigen die aan het begin van 2025 nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, krijgen in 2025 naar verwachting met de volgende tariefschijven te maken:

Inkomstenbelasting 2025

Box 1 Bel.ink. meer dan (€) maar niet meer dan (€) Tarief 2025 (%)
Schijf 1
38.441
  35,82%
Schijf 2
38.441
76.814
  37,48%
Schijf 3
76.814
  49,50%

Inkomstenbelasting 2024

Box 1 Bel.ink. meer dan (€)  maar niet meer dan (€)  Tarief 2024 (%)   
Schijf 1
38.098
36,97%
Schijf 2
38.098
75.518
36,97%
Schijf 3
 75.518
49,50%

Deze percentages zijn inclusief premies volksverzekeringen. Voor wie minder of geen premies volksverzekeringen gelden, is een andere tariefstructuur van toepassing.

Let op!

De gecombineerde tariefsaanpassingen voor de jaren 2026 tot en met 2029 zijn:

Eerste schijf Tweede schijf
2026
-0,22%
0,03%
2027
-0,09%
0,03%
2028
-0,15%
-0,10%
2029
-0,05%
-0,05%

Tarieven IB 2025 AOW’er

Belastingplichtigen die aan het begin van 2025 de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt en zijn geboren na 1946, krijgen in 2025 naar verwachting met de volgende tariefschijven te maken: 

Inkomstenbelasting 2025 (AOW’ers)

Box 1   Bel.ink. meer dan (€)   maar niet meer dan (€)   Tarief 2025 (%)
Schijf 1
38.441*
17,92%
Schijf 2
38.441
76.814
37,48%
Schijf 3
76.814
49,50%

*Geboren voor 1946: schijf 1 tot € 40.502

Inkomstenbelasting 2024 (AOW’ers)

Box 1   Bel.ink. meer dan (€)   maar niet meer dan (€)   Tarief 2025 (%)
Schijf 1
38.098*
19,07%
Schijf 2
38.098
75.518
36,97%
Schijf 3
75.518
49,50%

*Geboren voor 1946: schijf 1 tot € 40.021

Deze percentages zijn inclusief premies volksverzekeringen. Voor wie minder of geen premies volksverzekeringen gelden, is een andere tariefstructuur van toepassing.

Gewijzigde heffingskortingen

Hieronder staan de verwachte heffingskortingen voor 2025. Met uitzondering van de ouderenkorting en alleenstaande ouderenkorting gaat het hier om heffingskortingen voor belastingplichtigen die jonger zijn dan de AOW-leeftijd. Voor mensen die ouder zijn dan de AOW-leeftijd gelden lagere maxima.

Heffingskortingen 2025 (€) 2024 (€)
Algemene heffingskorting maximaal 
3.068
3.362
Arbeidskorting maximaal 
5.599
5.532
Inkomensafhankelijke combinatiekorting maximaal 
2.986
2.950
Jonggehandicaptenkorting 
909
898
Ouderenkorting
2.035
2.010
Alleenstaande ouderenkorting
531
524

De afbouw van de algemene heffingskorting wordt gekoppeld aan het wettelijk minimumloon (WML). Hierdoor behouden belastingplichtigen met een inkomen tot het WML de maximale korting.

Aftrek vervoer als zorgkosten

Vervoerskosten voor het verkrijgen van medische hulp en hulpmiddelen kunnen als zorgkosten in aftrek worden gebracht. Om redenen van eenvoud wordt voorgesteld om uit te gaan van € 0,23 per kilometer als met de auto (geen taxi) wordt gereisd. Voor ander vervoer, zoals taxi of het OV, blijven de werkelijke kosten aftrekbaar. Daarnaast wordt voor bovenmatige vervoerskosten wegens ziekte of invaliditeit een aftrek van € 925 per jaar voorgesteld, mits de belastingplichtige overtuigend kan aantonen niet in staat te zijn meer dan 100 meter zelfstandig te kunnen lopen, conform de gehandicaptenparkeerkaart en de OV-Begeleiderskaart. 

Fiscale oplossing voor eenverdieners

Zonder aanvullende maatregel komt het inkomen van sommige eenverdienershuishoudens door een samenloop van regelingen onder het sociaal minimum uit. Als oplossing wordt voorgesteld om de niet (volledig) benutte algemene heffingskorting deels uit te betalen aan de minstverdienende partner als laatstgenoemde is geboren op of na 1 januari 1963. Daarbij moet aan een aantal aanvullende voorwaarden worden voldaan. Deze maatregel kan mogelijk pas vanaf 1 januari 2028 worden ingevoerd. Daarom wordt voor de jaren 2025 tot en met 2027 aan dit soort huishoudens een tijdelijke tegemoetkoming door de gemeente verstrekt.

Let op!

Voor deze maatregel is onder andere vereist dat het gezinsinkomen lager is dan € 48.500 bruto. Dit is een geschat bedrag voor het jaar 2028.

Vereenvoudiging bezwaar toeslagen

Een bezwaar tegen de vastgestelde hoogte van een toeslag zal voortaan ook een bezwaar zijn tegen de daarmee samenhangende terugvorderingsbeschikking die in dezelfde brief bekend is gemaakt en vice versa. Dit verhoogt de rechtszekerheid voor burgers en vermindert de administratieve last.

Let op! 

Deze maatregelen gelden niet als in het bezwaar wordt aangegeven dat alleen bezwaar wordt gemaakt tegen de vaststelling van de toeslag dan wel de terugvordering.

Bezoeken langdurig verpleegde personen

Voor de aftrek van reiskosten voor het bezoeken van een langdurig verpleegde persoon moet de bezoeker bij aanvang van de ziekte of invaliditeit een gezamenlijke huishouding met de verpleegde persoon voeren. Dat toetsingsmoment kan in bepaalde gevallen onredelijk uitwerken. Er wordt daarom voorgesteld om dat toetsingsmoment te wijzigen, zodat bij aanvang van de verpleging wordt getoetst of de bezoeker een gezamenlijke huishouding met de verpleegde voerde. Dat moment is op basis van de basisregistratie personen ook beter controleerbaar voor de Belastingdienst.

Box 3-regels voor werkelijk rendement

Er komt nog nieuwe wetgeving met regels voor het bepalen van het werkelijke rendement in box 3. Die regels zijn nodig omdat de Hoge Raad heeft beslist dat als het werkelijke rendement in box 3 lager is dan het forfaitaire rendement, belasting zou moeten worden geheven over het werkelijke rendement. De nieuwe regels zien op de jaren vanaf 2017 en zijn belangrijk voor belastingplichtigen met box 3-inkomen die een beroep kunnen doen op de uitspraken van de Hoge Raad. 

Let op!

Het is de bedoeling dat de nieuwe regels per 1 juni 2025 worden ingevoerd.

Box 3-vrijstelling aardbevingsschadevergoeding

Voor aanspraken op herstel van schade door aardbevingen in Groningen en Drenthe en soortgelijke vermogensrechten gaat een vrijstelling gelden in box 3. Deze wijziging zal nog niet kunnen worden verwerkt in de voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2025. De vrijstelling geldt niet voor schadevergoedingen die in geld worden uitbetaald. 

Tip

Deze speciale box 3-vrijstelling werkt deels terug tot en met 1 juli 2020 en deels tot en met 1 juli 2023.

Kwijtscheldingswinst en toeslagen

Als een zakelijke schuld wordt kwijtgescholden, ontstaat bij de ondernemer winst. Voor de inkomstenbelasting is die winst vrijgesteld of wordt de winst verrekend met verrekenbare verliezen. Voor de toeslagen wordt echter geen rekening gehouden met verrekenbare verliezen. Een kwijtschelding kan in die situatie dus leiden tot geen of een lager recht op toeslagen. Dat is ongewenst. In dergelijke situaties wordt daarom op verzoek van de belastingplichtige bij de toeslagen geen rekening gehouden met kwijtscheldingswinst die niet geheel wordt vrijgesteld van inkomstenbelasting vanwege te verrekenen verliezen.

Let op! 

Dit is een specifieke regeling en betekent niet dat ander papieren inkomen voor de toeslagen ook buiten beschouwing kan worden gelaten.

Leeftijd toeslagpartnerschap 

Momenteel worden ouder en volwassen kind of pleegkind, vanaf 27 jaar als toeslagpartners beschouwd. Dit kan leiden tot lagere toeslagen bij samenwoning. Er wordt daarom voorgesteld om bij het bepalen van toeslagpartnerschap de leeftijdsgrens van 27 jaar te schrappen voor eerstegraads bloed- en aanverwanten. 

Let op!

De Belastingdienst hanteert de leeftijdsgrens van 27 jaar, waardoor eerstegraads bloed- en aanverwanten voor de belastingen wel partner blijven, maar dus geen toeslagpartner meer zijn voor de toeslagen.