Prinsjesdag

Belastingplan 2024: maatregelen voor internationale situaties

Almer de Beer
Door:
insight featured image
De voorgestelde maatregelen voor internationale situaties treden per 1 januari 2024 in werking, tenzij anders vermeld.
Onderwerpen

Staatssteun, gegevens en transparantie

Staatssteun mag uitsluitend onder voorwaarden worden verstrekt. Een van de voorwaarden is de transparantieverplichting via de ‘Transparency Aid Module (TAM)’. In de TAM moeten diverse gegevens opgenomen worden. Om deze gegevens te verzamelen en te verwerken wordt voorgesteld om een verplichting tot het verstrekken van deze gegevens in te voeren. De verplichting bestaat uit een jaarlijkse actieve gegevensverstrekking voor energiebelastingplichtigen en een passieve gegevensverstrekking voor begunstigden. Denk bijvoorbeeld aan gegevens in verband met verlaagde tarieven voor glastuinbouw, laadpalen en walstroom. Er kan een last onder dwangsom opgelegd worden als niet aan de verplichting wordt voldaan. 

Tip!

Voor de postcoderegeling is dit niet aan de orde, omdat de voordelen onder de drempelbedragen blijven.

Bewijspositie bij dividendstripping

Bij dividendstripping wordt heffing van dividendbelasting beperkt of zelfs voorkomen. Om dividendbelasting te kunnen verrekenen, terug te vragen of te verminderen moet de ontvanger van het dividend de uiteindelijk gerechtigde zijn. Bij dividendstripping is het voor de Belastingdienst lastig om te bepalen of hieraan wordt voldaan. Om de bewijspositie van de Belastingdienst te verbeteren, is voorgesteld dat degene die een beroep doet op verrekening, teruggave of vermindering, aannemelijk moet maken dat aan de voorwaarden wordt voldaan. Dit geldt pas vanaf een bedrag van € 1.000 aan geheven dividendbelasting op jaarbasis (doelmatigheidsmarge).

Let op!

Er wordt doorlopend onderzoek gedaan naar alternatieve maatregelen om dividendstripping. Ook naar de aanpak van dividendstripping bij deelnemingsdividenden.

Navorderingstermijn invoerrechten

De huidige wet bepaalt dat invoerrechten tot vijf jaar terug kunnen worden nagevorderd als sprake is van een onjuiste of onvolledige douaneaangifte. Voorgesteld wordt deze navorderingstermijn terug te brengen naar drie jaar als geen sprake is van opzet. Die navorderingstermijn van drie jaar geldt voor het onjuist en onvolledig doen van aangiften, maar ook voor het niet, onjuist of onvolledig verstrekken van inlichtingen of gegevens. Daarnaast wordt voorgesteld om per 1 juli 2024 de strafrechtelijke sanctie te vervangen door een bestuurlijke boete als geen sprake is van opzet.