Prinsjesdag

Belastingplan 2024: maatregelen voor auto & mobiliteit

Mr. Geert de Jong
Door:
insight featured image
De voorgestelde maatregelen voor auto & mobiliteit treden per 1 januari 2024 in werking, tenzij anders vermeld.
Onderwerpen

Verhoging onbelaste reiskostenvergoeding

Een werkgever mag in 2023 aan zijn werknemers een onbelaste reiskostenvergoeding van maximaal € 0,21 per zakelijke kilometer (inclusief woon-werkverkeer) toekennen. Deze maximale onbelaste vergoeding wordt per 1 januari 2024 verhoogd naar € 0,23 per kilometer. De verhoging geldt ook voor de inkomstenbelasting, zodat ondernemers en resultaatgenieters € 0,23 per kilometer in aftrek op hun resultaat mogen brengen voor elke zakelijke kilometer die zij met hun privévervoermiddel (auto, motor of fiets) rijden.

Tip!

Woonwerkkilometers mag u meetellen als zakelijke kilometers.

Verhoging vaste voet bpm

De bpm bestaat uit twee delen: de vaste voet en een variabel deel. Het variabele deel wordt gebaseerd op de CO2-uitstoot. Het kabinet stelt voor om de vaste voet in de bpm vanaf 2025 te verhogen met € 200.

Beëindigen teruggaaf bpm geldtransport 

Het kabinet stelt voor om de bpm-teruggaaf op voertuigen voor geldtransport per 1 januari 2026 te beëindigen.

Wijzigingen MRB

Voor de motorrijtuigenbelasting (MRB) gelden een aantal nihil dan wel verlaagde tarieven.
Het kabinet stelt voor om:

  • Het nihil- of lager tarief MRB voor personen- en bestelauto’s, geregistreerd met de brandstofsoort LPG, CNG en LNG, per 1 januari 2026 af te schaffen.
  • Het nihiltarief MRB OV-autobussen op autogas per 1 januari 2030 af te schaffen.
  • Het MRB-tarief van de kampeerauto van een kwarttarief te versoberen naar een halftarief per 1 januari 2026.
  • Het kwarttarief in de MRB voor paardenvervoer (paardentrailer) te beëindigen naar het reguliere tarief per 1 januari 2026.
  • De naheffingsperiode voor motorrijtuigen met een buitenlands kenteken te verkorten van maximaal 5 jaar tot maximaal 12 maanden. De bewijslast wordt gelijkgesteld met de overige naheffingen.
  • Een verduidelijking door te voeren in de situatie dat een naheffing voor de MRB mogelijk is vanwege een verandering aan het motorrijtuig. Denk hierbij aan het om-bouwen van een bestelauto naar een personenauto. Het maakt daarbij niet uit of de verandering is aangebracht door de vorige of de huidige eigenaar.
  • De naheffingsaanslag te verminderen van 12 naar 3 maanden, wanneer de bestuurder bij een staandehouding geen hande-laarskentekenbewijs kan overleggen.
  • Te verduidelijken dat de vrijstelling in de MRB voor een keuringsrit in het kader van de Algemene Periodieke Keuring (APK) alleen geldt op de dag van de APK.

Voor oldtimers geldt een specifieke MRB-regeling. Voertuigen die 40 jaar of ouder zijn, zijn vrijgesteld van MRB. Het kabinet stelt voor om de oldtimersvrijstelling in de MRB voor auto’s vanaf 40 jaar met ingang van 2028 te versoberen tot motorrijtuigen die voor 1988 zijn gebouwd (met een datum eerste toelating vóór 1 januari 1988).

Afschrijving bpm importvoertuig 

De afschrijving van een gebruikt motorrijtuig voor de bpm kan worden bepaald met behulp van een algemeen gebruikte handelskoerslijst. Als een importvoertuig beoordeeld naar merk, model, transmissie, brandstof, vermogen, carrosserie en uitvoering niet overeenkomt met een voertuig van de koerslijst (een geringe afwijking in de CO2-uitstoot buiten beschouwing gelaten), dan kan voor het bepalen van de juiste afschrijving de handelsinkoopwaarde op verzoek vastgesteld worden op basis van een individuele waardebepaling (taxatierapport). Dit is in 2023 door de Hoge Raad bepaald en wordt nu in de wet opgenomen.

Tariefswijziging bpm

Een tariefswijziging voor de bpm geldt voor een nieuw motorvoertuig dat op dat moment is ingeschreven en waarvan de eerste tenaamstelling van het motorvoertuig twee maanden of later plaatsvindt dan het tijdstip van de tariefswijziging. Als de eerste tenaamstelling binnen twee maanden na de tariefswijziging plaatsvindt, dan geldt het oude tarief. Om te voorkomen dat deze regeling discriminerende elementen bevat, is op 12 december 2022 al goedgekeurd dat deze regeling ook geldt voor de inschrijving van een nieuw motorrijtuig in een andere lidstaat van de Europese Unie. Voorgesteld wordt deze regeling in de wet op te nemen.