DBA

Zzp-wet schijnzelfstandigheid in aangepaste vorm naar Raad van State

John Boer
Door:
Zzp-wet schijnzelfstandigheid
Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) naar de Raad van State gestuurd voor advies. Diverse zaken zijn aangepast na de internetconsultatie.
Onderwerpen

Aanpassingen leiden tot nieuw beoordelingskader

Het wetsvoorstel, dat vorig jaar in consultatie is geweest, wil meer structuur en duidelijkheid in de beoordeling van arbeidsrelaties. Een nieuw beoordelingskader wordt gecreëerd door aanpassing van art. 7:610 BW en een rechtsvermoeden in art. 7:610a BW. Het nieuwe kader draait om de vraag: ligt het zwaartepunt in de arbeidsrelatie bij werken in dienstverband of voor eigen rekening en risico?

In de consultatiefase kreeg het wetsvoorstel forse kritiek. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) stelde dat het voorstel voor meer regeldruk zorgt. Volgens het ATR zal de wet niet bijdragen aan het verminderen van schijnzelfstandigheid. Of de minister deze kritiek heeft verwerkt, is niet duidelijk. De integrale tekst van het aangepaste wetsvoorstel is niet beschikbaar.

Het persbericht van het ministerie vermeldt dat het toetsingskader is verbeterd. Het wetsvoorstel is met aanpassingen beter in balans gebracht. Bijvoorbeeld, 'kernactiviteiten' is vervallen als indicatie. Deze aanpassingen moeten meer zwaarte geven aan het werken als zelfstandige.

Volgens het nieuwe rechtsvermoeden is er sprake van een arbeidsovereenkomst bij een uurtarief van ten hoogste € 32,24. Na de consultatie is besloten dit uurtarief naar boven af te ronden op hele euro’s.

Meer weten over schijnzelfstandigheid? 

Neem contact op met een van onze specialisten.

Neem contact op