Studiekostenbeding

Studiekostenbedingen: zijn ze nog toegestaan?

Door:
Matthias Stuij
Studiekostenbedingen: zijn ze nog toegestaan?
In augustus 2022 trad de wet Transparante en Voorspelbare Arbeidsvoorwaarden (wet TVA) in werking. In deze wet zijn werkgevers onder meer verplicht om werknemers kosteloze scholing aan te bieden. Dit geldt alleen voor scholing waarvoor de verplichting voortkomt uit de wet of cao. De wet TVA betekent niet direct dat het overeenkomen van studiekostenbedingen niet meer toegestaan is, maar er worden wel strengere voorwaarden gesteld.
Onderwerpen

Voor de inwerkingtreding van de wet TVA schreven wij eerder al een artikel over studiekostenbedingen. Dat artikel is hier te lezen.

Inmiddels zijn we een kleine twee jaar verder na de inwerkingtreding: een goed moment om terug te blikken. Over de (on)geldigheid van studiekostenbedingen zijn inmiddels enkele uitspraken geweest. In dit artikel zullen wij u nader informeren over de laatste ontwikkelingen met betrekking tot het studiekostenbeding en verplichte scholing. 

Kosteloze verplichte opleiding

Sinds 1 augustus 2022 mag u geen kosten meer op de werknemer verhalen voor scholing. Het gaat hier om scholing die op grond van de wet of de cao wordt gekwalificeerd als noodzakelijk voor de functie. Moet een opleiding verplicht kosteloos worden aangeboden? Dan is een eventueel overeengekomen studiekostenbeding ongeldig. 

Voor beroepsopleidingen of opleidingen die werknemers verplicht moeten volgen voor het verkrijgen, behouden of vernieuwen van een beroepskwalificatie mag u wel een studiekostenbeding afspreken. De beroepen uit de Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen vallen in ieder geval onder deze categorie. Verder mag u met uw werknemers een studiekostenbeding overeenkomen in de volgende situaties:

  • voor scholing die noodzakelijk is voor het verkrijgen van een diploma of certificaat waarover een werknemer al bij aanvang moest beschikken om de functie te kunnen uitoefenen;
  • een niet noodzakelijke cursus of opleiding die een werknemer uit interesse volgt.

Ontwikkelingen rechtspraak

Over studiekostenbedingen zijn na de inwerkingtreding van de wet TVA verschillende uitspraken gepubliceerd. De kantonrechter oordeelt wisselend, zowel in het voordeel van de werknemer als in het voordeel van de werkgever. Zo vond de kantonrechter Rotterdam de opleiding tot trambestuurder noodzakelijk voor de uitoefening van de functie. De werknemer in deze zaak was juist aangenomen om de opleiding te volgen voordat hij zelfstandig de tram mocht besturen. Een startkwalificatie om een tram te besturen was uitdrukkelijk niet vereist. De werknemer hoefde de kosten daarom niet terug te betalen.

In een andere zaak bij de kantonrechter Rotterdam werd een opleiding tot apk-keurmeester juist niet noodzakelijk geacht, omdat de werknemer was aangenomen als eerste monteur en hij ook zonder deze opleiding tot apk-keurmeester zijn functie kon uitoefenen. In een dergelijk geval is het studiekostenbeding gewoon geldig. Hierdoor moeten de opleidingskosten aan de werkgever terugbetaald worden op het moment dat de werknemer uit dienst treedt.

De gepubliceerde uitspraken tonen aan dat bij het bepalen of een opleiding noodzakelijk is verschillende relevante omstandigheden in overweging worden genomen:

  1. Het doel van het aannemen van de werknemer;
  2. In hoeverre de opleiding de inzetbaarheid van de werknemer bevordert, zowel binnen de huidige functie als voor toekomstige functies of promoties;
  3. Bij wie het initiatief ligt voor het starten van de opleiding;
  4. De feitelijke keuzemogelijkheid van de werknemer om al dan niet deel te nemen aan de opleiding;
  5. De vergelijkbaarheid van de functie met collega's die de opleiding niet hebben gevolgd;
  6. Of de werknemer de functie alleen onder toezicht van een leidinggevende kan uitoefenen zolang de opleiding niet is afgerond.

Als de bepalingen in de wet of cao geen uitkomst bieden, kunt u bovenstaande punten gebruiken om vast te stellen of de opleiding die uw werknemer gaat volgen een noodzakelijk karakter heeft. 

Kosteloze scholing ondanks beroepsopleiding?

Zoals eerder benoemd hoeven beroepsopleidingen normaal gesproken niet kosteloos aangeboden te worden aan de werknemer. Toch heeft de kantonrechter Rotterdam geoordeeld dat sprake is van noodzakelijke scholing. Dit betekent dat de werknemer de opleidingskosten niet hoeft terug te betalen, ondanks dat het om een beroepsopleiding gaat.

Deze uitzondering op een uitzondering werd onder meer gehonoreerd bij de beroepsopleiding tot advocaat. Een advocaat dient immers in drie jaar zijn beroepsopleiding te hebben afgerond. Indien de werknemer zijn opleiding niet haalt, mag hij het beroep van advocaat in principe niet meer uitvoeren. Om zijn functie als advocaat te kunnen uitoefenen is het behalen van de die beroepsopleiding dus noodzakelijk. Het blijft dus belangrijk om van geval tot geval te bekijken of een beroepsopleiding noodzakelijke scholing betreft. En of het niet behalen van de beroepsopleiding de uitoefening van het betreffende beroep in de weg staat.

Conclusie

Hoewel de wet TVA al enige tijd in werking is, is het nog steeds niet altijd duidelijk welke scholing de werkgever kosteloos moet aanbieden. Voor opleidingen waar in principe een studiekostenbeding voor mag worden afgesproken, hebben werknemers namelijk alsnog de mogelijkheid om een overeengekomen studiekostenbeding ongeldig te laten verklaren. Dit is goed terug te zien in het aantal rechtszaken hierover. Gaat uw werknemer op uw kosten een opleiding volgen? Check dan goed of het gaat om scholing die noodzakelijk is voor de functie. Zo krijgt u achteraf geen discussie met uw werknemer over het terugbetalen van de studiekosten.

Heeft u een vraag over welke opleidingen binnen uw organisatie kosteloos moeten worden aangeboden of heeft u hulp nodig bij het opstellen van een studieovereenkomst? Neem dan contact op met onze arbeidsjuristen. Zij adviseren u hier graag over.

Neem contact op