Legal services

Infomeer werknemers tijdig en volledig over verval en verjaring vakantiedagen

insight featured image
Uw werknemers bouwen gemiddeld 25 vakantiedagen per jaar op. Een deel hiervan komt te vervallen een ander deel komt te verjaren. Wat moeten u en uw werknemers weten over het verschil en wat zijn uw plichten als werkgever?
Onderwerpen
  • Wettelijke vakantiedagen (20) vervallen een halfjaar na afloop van het jaar waarin ze zijn opgebouwd (artikel 7:640A BW).
  • Bovenwettelijke vakantiedagen (5) verjaren 5 jaar na het jaar waarin ze zijn opgebouwd (artikel 7:642 BW).

Wat is het verschil tussen vervallen en verjaren?

Een vervaltermijn is ‘hard’, terwijl uw werknemer een verjaring kan ‘stuiten’. De teller die terugloopt van 5 naar 0 jaar stopt door een ‘stuitingshandeling’ van uw werknemer. Dit betekent dat uw werknemer u schriftelijk laat weten dat er redenen zijn dat hij/zij het recht op bovenwettelijke vakantiedagen wil behouden. Vanaf dat moment begint de verjaringstermijn opnieuw te lopen. Uw werknemer kan u bijvoorbeeld een e-mail sturen en aangeven dat hij/zij nog bovenwettelijke vakantiedagen tegoed heeft.

Stuiting bij vervaltermijn niet mogelijk

Per 1 juli 2021 vervallen dus in principe de wettelijke vakantiedagen die uw werknemers in 2020 hebben opgebouwd. Eerdere Europese rechtspraak bepaalt dat u als werkgever verplicht bent om uw werknemers duidelijk en tijdig te informeren dat niet opgenomen vakantiedagen per 1 juli vervallen.

Uitspraak rechtbank Noord-Holland 10 maart 2021

Uit een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 10 maart 2021 blijkt dat Nederlandse rechters deze eerdere uitspraken volgen. Zo verrichtte een werknemer van 1 oktober 2011 tot 1 juli 2020 op oproepbasis werkzaamheden voor een werkgever. Op 30 april 2020 vroeg de werknemer in een telefoongesprek met de directeur van de werkgever hoe het zat met zijn opgebouwde vakantie-uren van de afgelopen jaren. Het antwoord op die vraag heeft hij nooit gekregen. Per 1 juli 2020 wordt de arbeidsovereenkomst beëindigd wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De werknemer krijgt in totaal een bedrag van circa 2.940 euro netto als vergoeding voor zijn opgebouwde, maar niet genoten vakantiedagen. De werkgever komt tot dit bedrag omdat hij zich beroept op het vervallen en verjaren van een deel van de opgebouwde vakantiedagen.

De vordering

De werknemer is het hier niet mee eens en vordert een bedrag van circa 4.000 euro netto, minus het door werkgever reeds betaalde bedrag. De werknemer vindt dat de werkgever, op grond van Europese rechtspraak, geen beroep kan doen op verjaring of verval van de opgebouwde wettelijke vakantie-uren omdat hij hem niet tijdig heeft gewezen op het vervallen of verjaren van de opgebouwde vakantie-uren.

Oordeel rechtbank

De rechtbank is het met de werknemer eens. Omdat de werkgever de werknemer niet over zijn vakantierechten heeft geïnformeerd, hem niet in staat heeft gesteld de vakantiedagen op te nemen en hem niet over de gevolgen van het niet opnemen heeft geïnformeerd, komt de werkgever geen beroep op verval/verjaring van vakantiedagen toe en blijft het recht op vakantie en/of een financiële vergoeding voor niet-opgenomen dagen in stand.

Tip

Door de coronacrisis hebben veel werknemers veel minder vakantiedagen opgenomen waardoor zij veel dagen over hebben. De ophoping van vakantiedagen maakt het voor u als werkgever nog belangrijker de formele eisen voor het recht op verval en verjaring van vakantiedagen in de gaten te houden. Informeer uw werknemers daarom regelmatig (bijvoorbeeld 2 keer per jaar) schriftelijk (brief of e-mail) over de hoeveelheid wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen die opgebouwd en opgenomen zijn. Laat uw werknemers de ontvangst van dit overzicht bevestigen zodat u zeker weet dat uw werknemers tijdig en volledig zijn geïnformeerd.

Heeft u vragen? Neemt u dan contact op met één van onze bedrijfsjuridisch adviseurs.