WTZA

WTZA: welke acties zijn nodig voor 1 januari 2024?

Door:
zorgverleners met elkaar in gesprek
Bent u zorgaanbieder met zorgverleners en is de Wet toezicht zorgaanbieders (Wtza) voor u van toepassing? Wij geven u in dit artikel een update van de regelgeving en vertellen welke acties u vòòr 1 januari 2024 moet ondernemen.
Onderwerpen

Welke acties moet u vòòr 1 januari 2024 ondernemen voor de Wtza?

  • Bent u een bestaande zorgaanbieder met meer dan 10 zorgverleners? Dan moet u een vergunning aanvragen bij het CIBG
  • Bent u een bestaande zorgaanbieder met meer dan 25 zorgverleners? Dan moet u een interne toezichthouder aanstellen.
  • Bent u een na 1 januari 2022 opgerichte zorgaanbieder of zorgaanbieder waarvan de organisatiestructuur is gewijzigd? Dan moet u een vergunning aanvragen, uw jaarverantwoording van 2022 deponeren en een interne toezichthouder aanstellen (bij meer dan 25 zorgverleners).

Voor wie geldt de Wet toezicht zorgaanbieders Wtza?

De Wtza wetgeving geldt voor alle zorgaanbieders. Een zorgaanbieder is een instelling dan wel een solistisch werkende zorgverlener (artikel 1 Wtza). Voorbeelden zijn:

  • huisartsen, tandartsen, orthodontisten, psychologen;
  • apotheken, fysiotherapeuten, medisch specialisten, thuiszorg;
  • solist of besloten vennootschap, klinieken, maatschappen, zelfstandig behandel centra (ZBC), coöperaties die beroepsmatig zorg verlenen.

Wat regelt en betekent de Wtza voor u?

De Wtza regelt aan welke eisen alle zorgaanbieders moeten voldoen voordat ze zorg mogen verlenen. De overheid is van mening dat hierdoor:

  • de zorgkwaliteit verbetert;
  • meer bewustzijn komt bij startende zorgaanbieders;
  • goed bestuur wordt geborgd;
  • de transparantie en verantwoording wordt vergroot.

In grote lijnen raakt de Wtza de meldplicht, de vergunningsplicht, het intern toezicht, de financiële bedrijfsvoering en de jaarverantwoording. 

Voor wie geldt de meldplicht WZTA?

De meldplicht geldt voor alle nieuwe en bestaande zorgaanbieders die nog niet in beeld zijn bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Via het zorgaanbiedersportaal kan gecontroleerd worden of de onderneming in het Landelijk Register Zorgaanbieders staat ingeschreven. 

WZTA vergunningsplicht

Het systeem van de Wtza vergunning vervangt het systeem van de WTZi-toelating. Deze Wtza-vergunning legt meer nadruk op de kwaliteit van zorg en kent geen automatisch toegelaten instellingen meer. Daarbij zijn meer weigerings- en intrekkingsgronden aan de vergunning verbonden.

De Wtza vergunningplicht geldt voor:

  • zorginstellingen die medisch specialistische zorg verlenen;
  • zorginstellingen die met meer dan tien zorgverleners zorg  verlenen (zoals omschreven in de Zorgverzekeringswet of Wet langdurige zorg).

Bestaande praktijken waar meer dan 10 zorgverleners werkzaam zijn, moeten vòòr 1 januari 2024 de vergunning hebben aangevraagd bij het CIBG.

Intern toezicht

In principe moeten alle vergunningsplichtige zorgorganisaties een interne toezichthouder hebben, tenzij er tien of minder zorgverleners werkzaam zijn.

Eerstelijnszorginstellingen met minder dan 25 zorgverleners zijn eveneens uitgezonderd van een interne toezichthouder (Raad van Toezicht). Het gaat hierbij om zorgverleners die:

  • zorg verlenen zonder verblijf en;
  • geen medisch specialistische zorg, verpleging, persoonlijke verzorging of begeleiding aanbieden.  

Voorbeelden zijn huisartspraktijken, verloskundige praktijken, tandartspraktijken, abortusklinieken, apotheken en fysiotherapiepraktijken.

Eisen Raad van Toezicht

De Raad van Toezicht moet bestaan uit ten minste drie personen die twee keer voor een periode van ten hoogste vier jaar benoemd kunnen worden. Daarmee sluit de Wtza aan op de regels uit de Governance Code Zorg. 

Enkele eisen waar bij de vergunningsverlening aan wordt getoetst zijn:

  • eis van een onafhankelijk toezichthouder (indien van toepassing);
  • eis van een systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van zorg;
  • eis van een interne procedure, ingeval van incidenten;
  • eis van financieel gescheiden administratie van zorgactiviteiten van andere beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten (artikel 40a, lid 2 WMG);
  • eis van rechtmatig declareren en het voeren van een ordelijke en controleerbare financiële administratie.

Indien een interne toezichthouder verplicht is, zullen mogelijk ook de statuten hierop aangepast moeten worden. 

Financiële bedrijfsvoering

De overheid is van mening dat voor het verlenen van goede zorg het van belang is om de bedrijfsvoering goed op orde te hebben. In de Wtza zijn daarom nieuwe regels over transparante financiële bedrijfsvoering vastgelegd, zodat de bedrijfsvoering controleerbaar en inzichtelijk wordt.

Deze regels gelden voor alle zorgaanbieders die worden betaald uit de Zvw, de Wlz of een VWS-subsidie (behalve voor ZZp’ers). De regels zijn onder andere:

  • eenduidige verdeling taken, bevoegdheden en  verantwoordelijkheden over financiële bedrijfsvoering en schriftelijke vastlegging daarvan;
  • scheiding in financiële zin van zorgactiviteiten en andere activiteiten;
  • ontvangsten, betalingen en andere inkomsten zijn terug te voeren naar de bron en bestemming.

Jaarverantwoording

Op grond van artikel 40b van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) moeten álle zorgaanbieders zich jaarlijks verantwoorden door middel van een openbare jaarverantwoording. De overheid wil dat iedere zorgaanbieder die met collectieve middelen wordt bekostigd aanspreekbaar is op de professionaliteit, continuïteit en integriteit van zijn bedrijfsvoering. Er zijn termijnen gesteld waarbinnen gerapporteerd dient te worden bij een landelijk centraal punt.

De eisen voor de jaarverantwoording zijn:

  • eenmanszaken (geen zzp’er): zes financiële ratio’s, conform bijlage 3 RojW;
  • kleine rechtspersonen: enkelvoudige jaarrekening conform bijlage 1 model A en B RojW;
  • middelgrote en grote rechtspersonen: enkelvoudige jaarrekening conform bijlage 1 model C en D RojW of geconsolideerde jaarrekening groep;
  • personenvennootschap (vof, maatschap, cv): balans en staat van baten en lasten conform bijlage 2 RojW.

Er zijn door de NZa handreikingen uitgebracht waarin informatie wordt gegeven over de verplichtingen van de openbare jaarverantwoording. 

Tot slot

Veel zorgaanbieders hebben direct of indirect (via een branchevereniging) bezwaar aangetekend tegen de Wtza wetgeving en haar verplichtingen. Dit heeft ertoe geleid dat de minister een pauze heeft ingelast. De pauze geldt voor de deponeringsplicht van de jaarverantwoording voor de boekjaren 2022 en 2023 voor bestaande zorgaanbieders voor wie een verantwoordingsplicht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) nieuw is. 

Nieuwe zorgaanbieders die na 1 januari 2022 zijn opgericht of van organisatiestructuur gewijzigd, vallen dus niet onder deze vrijstelling. Zij moeten aan alle, voor hen van toepassing zijnde, Wtza verplichtingen voldoen.

Ook instellingen die zowel zorg als jeugdhulp leveren, bijvoorbeeld instellingen voor geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg, vallen niet onder de pauze.

Vragen? Schakel op tijd een specialist in

De Wtza wetgeving kent veel specifieke bepalingen. De specialisten binnen Grant Thornton helpen u graag verder. Of u nu meer wilt weten over eerstelijnszorg, apotheken of een andere toepassing. 

Neem contact op met één van onze specialisten