article banner
Box 3

Overzicht box 3 belastingtarieven 2019

Drs. Cor Overduin Drs. Cor Overduin

U spaart en/of belegt? Dan heeft u te maken met belastingheffing in box 3. Voor het jaar 2019 heeft de staatssecretaris de nieuwe forfaitaire rendementscijfers bekend gemaakt. Bekijk de nieuwe belastingtarieven en lees onze toelichting op de nieuwe tarieven.

Lees ook: Overzicht box 3 belastingtarieven 2020

Cijfers rendementsklassen 2019

Rendementsklasse Normrendement
I (sparen) 0,13%
II (beleggen) 5,60%

Meer weten over box 3? Bekijk ons box 3 dossier >>

Forfaitaire normrendementen per vermogensschijf 2019

Op basis van deze cijfers per rendementsklasse zijn de volgende forfaitaire normrendementen per vermogensschijf te berekenen voor 2019. Over het normrendement betaalt u in box 3 een belasting van 30 procent. Het belastingdrukpercentage op het box 3 vermogen ziet u in onderstaande tabel.

Uw vermogen Normrendement Belastingdruk (tarief 30%)
€ 30.360* Vrijstelling Vrijstelling
Van € 0** tot en met € 71.650 1,94% 0,58%
Van € 71.651 tot en met € 989.736 4,45% 1,34%
Vanaf € 989.737 5,60% 1,68%

* Het heffingsvrije vermogen bedraagt: € 30.360 (voor fiscale partners wordt dit bedrag verdubbeld).

** Vanaf het heffingsvrije vermogen.

Ook in 2019 betaalt u meer dan 100 procent belasting over uw rente

Omdat het cijfer inzake de rendementsklasse I (sparen) tegenwoordig is gekoppeld aan de maandcijfers over een 12-maandsperiode die eindigt op 30 juni jongstleden, is deze informatie pas recent beschikbaar.

In de eerste vermogensschijf weegt 'beleggen' (rendementsklasse II) ook mee. En wel voor circa tweederde deel. Daarom bedraagt het normrendement zelfs al in de eerste vermogensschijf 1,94 procent. Dat is natuurlijk nog altijd veel te hoog ten opzichte van hetgeen een risicomijdende spaarder momenteel daadwerkelijk aan rente ontvangt.

Zelfs met de aanpassingen die sinds 1 januari 2017 bij box 3 zijn doorgevoerd, doet zich nog steeds de situatie voor dat belastingplichtigen meer dan 100 procent belasting betalen over de gerealiseerde rentebate. En dat is in 2019 dus opnieuw het geval.

Verkorten van de referentieperiode

De verkorting van de referentieperiode, in 2017 nog vijf jaar en sinds 2018 nog maar 12 maanden, voor het bepalen van de spaarrente is eigenlijk een listig verhaal. De wijziging is doorgevoerd per 1 januari 2018. Uiteraard sluit het normpercentage op deze manier beter en sneller aan bij het werkelijke rendement. Als de rente stijgt, werkt dat vanwege die kortere referentieperiode beduidend sneller door naar het normrendement van box 3.

Het verkorten van de referentieperiode kan daarom in het voordeel van de belastingdienst uitwerken. Zolang in de eerste vermogensschijf de rendementsklasse II (beleggen) zwaar meetelt, blijft u sowieso last houden van een te hoog normrendement. En zolang de rentevoet laag blijft, blijft box 3 een onrechtvaardig systeem.

Gerelateerde artikelen

Lees ook andere artikelen over uw vermogen

Kan ik een hogere rente op mijn spaargeld krijgen via de inkomstenbelasting?

Moet u via de inkomstenbelasting jaarlijks bijbetalen? Dan ontvangt u binnenkort de voorlopige aanslag 2019. Uw voorlopige aanslag 2019 mag u in 11 termijnen gespreid binnen het jaar betalen, te beginnen eind februari. Als u de aanslag in één keer betaalt, vóór 28 februari aanstaande, dan geeft de belastingdienst een zogenoemde betalingskorting. Als u deze korting omrekent, is dat een rentevergoeding van 1,7 procent. Lees meer over de betalingskorting.

Houdt de belastingdienst rekening met mijn bitcoin koersverlies?

U zal ze maar gekocht hebben in de hausse die najaar 2017 ontstond: bitcoins. De koers ging rap omhoog. En dan wil toch iedereen daar zijn of haar graantje van meepikken? Ook al is de koers flink gestegen, toch maar instappen. In goed Nederlands: FOMO, ook wel: the fear of missing out. Als spaargeld niets oplevert en u de bitcoin iedere dag ziet stijgen, dan is het natuurlijk erg verleidelijk om in te stappen. Lees meer over hoe om te gaan met bitcoins in box 3.

Knibbel knabbel knuisje, waarom knabbelt de belastingdienst aan mijn buitenlandse huisje?

Bezitters van buitenlands onroerend goed wisten sinds 2001 niet beter dan dat ze in box 3 per saldo niets aan Nederlandse belasting moesten betalen. Immers, belastingverdragen wijzen het recht om belasting te heffen over (de inkomsten uit) onroerend goed, steevast toe aan het land waar dat onroerend goed is gelegen. Als inwoner van Nederland heeft u vervolgens vrijstelling van Nederlandse box 3 belasting. Tot 2017 was dat allemaal logisch en probleemloos. Dat kwam omdat het forfaitair rendement altijd 4 procent was en het belastingtarief altijd 30 procent. Lees meer over heffing op uw buitenlands onroerend goed.

Wat zijn de financiële gevolgen voor mijn koopwoning na echtscheiding?

Als u en uw partner een woning bezitten, dan krijgt u bij scheiding ook met fiscale gevolgen te maken. Moet bijvoorbeeld de woning worden verkocht of kan één van beiden in de woning blijven wonen? De medewerking van de bank is dan nodig bij het overzetten van de hypotheek. En heeft u erover nagedacht of degene die in de woning blijft wonen de financieringslasten wel kan dragen, waaronder begrepen de maandelijkse aflossingen? Lees meer over het wel of niet verkopen van uw woning na een echtscheiding.

Overzicht box 3 belastingtarieven 2019

U spaart en/of belegt? Dan heeft u te maken met belastingheffing in box 3. Voor het jaar 2019 heeft de staatssecretaris de nieuwe forfaitaire rendementscijfers bekend gemaakt. Bekijk de nieuwe belastingtarieven en lees onze toelichting op de nieuwe tarieven.

Wil je weten welke (on)mogelijkheden box 3 heeft?

In ons box 3 thema gaan wij in op vragen die je wellicht heeft met betrekking tot box 3.

Lees onze tips

Vermogensupdate

En wil je nieuwe inzichten rondom vermogensbehoud en vermogensoverdracht?

Lees onze vermogensupdate