Aandelenoptierechten

Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten

Dooitze Dijkstra
Door:
insight featured image
Biedt u uw werknemers de mogelijkheid om aandelenopties in uw bedrijf te verwerven? Let dan goed op want per 1 januari 2023 is het aandelenoptie regime veranderd. Daarnaast heeft de Kennisgroep loonheffingen van de Belastingdienst nu een belangrijk standpunt ingenomen over de waardering van een participatie in een beursgenoteerde onderneming. Waar moet u rekening mee houden?
Onderwerpen

Verschuiven heffingsmoment aandelenopties werknemer

U bent als werkgever verplicht loonheffingen in te houden en af te dragen op aandelenoptierechten. Deze heffing vond tot en met 2022 plaats op het moment waarop uw werknemer aandelenopties omzette in aandelen. Dit heffingsmoment leidde soms tot liquiditeitsproblemen omdat uw werknemer al belasting moest betalen op het moment dat hij/zij de aandelen nog niet mocht verkopen.

Vanaf 1 januari 2023 is dit probleem verholpen door het heffingsmoment te verschuiven: de heffing van loonheffingen vindt nu plaats op het moment waarop uw werknemer de uit de uitoefening verkregen aandelen kan verhandelen. Op dat moment heeft uw werknemer namelijk de mogelijkheid om de aandelen om te zetten in geld en kan hiermee de verschuldigde belasting voldoen. 

Keuzeregeling bij belasting op aandelenopties

Voor het bepalen van het heffingsmoment is het onder de nieuwe regeling dus belangrijk of de verkregen aandelen verhandelbaar zijn, bijvoorbeeld: gelden er geen verkooprestricties en kan uw werknemer de bij de uitoefening verkregen aandelen feitelijk verkopen? 

Zijn de aandelen niet direct verhandelbaar, dan kan uw werknemer gebruikmaken van de ‘keuzeregeling’. Er is bij het uitoefenen van een aandelenoptierecht namelijk niet altijd sprake van een tekort aan liquiditeit. Uw werknemer mag er onder voorwaarden voor kiezen om de belastingheffing al bij de omzetting plaats te laten vinden (feitelijk de regeling tot en met 2022) in plaats van het moment waarop de aandelen verhandelbaar zijn. Voor de waardebepaling van de aandelenoptierechten en de daarmee samenhangende belastingheffing kan de keuzeregeling interessant zijn. 

Hoe waardeert u aandelenopties?

U moet als werkgever dus loonheffingen inhouden en afdragen over de waarde van aandelenoptierechten op het genietingsmoment (uitoefenmoment of moment van verhandelbaarheid).  Voor de waardering moet u de waarde aanhouden die het economische verkeer daaraan toekent.

De Kennisgroep loonheffing van de Belastingdienst heeft op 29 juni 2023 een standpunt ingenomen over de waardering van om niet toegekende beursgenoteerde aandelen met een vervreemdingsverbod. Een beursgenoteerd aandeel waarbij u als werkgever met uw werknemer een vervreemdingsverbod bent overeengekomen, is namelijk minder waard dan hetzelfde aandeel zonder vervreemdingsverbod.

Bij het bepalen van de waarde van de aandelen met een vervreemdingsverbod kunt u een afwaardering toepassen. Het bepalen van de waarde van het vervreemdingsverbod (afwaardering) is erg ingewikkeld. U kunt ook gebruikmaken van een bewijsregel, nu ook als uw werknemer kiest voor heffing over aandelenoptierechten op het moment van uitoefening van deze aandelenoptierechten. 

Meer weten over aandelenoptierechten?

Heeft u vragen over de fiscale regeling aandelenoptierechten en de gevolgen hiervan voor u of uw werknemers?

Neem dan contact op met één van onze specialisten.