Ontslagvergoedingen

Ontslagvergoedingen: belastingverdragen en OESO-commentaar

Door:
Loic Weissglas
Ontslagvergoedingen belastingverdragen en OESO-commentaar
De fiscale regels rondom ontslagvergoedingen in internationaal verband zijn recentelijk aangescherpt. Dit blijkt uit een nieuw besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 15 december 2023. Dit besluit, dat op 1 januari 2024 in werking is getreden, is een actualisering van het besluit van 25 januari 2022.
Onderwerpen

Het nieuwe besluit biedt een gedetailleerde uitleg over de belastingheffing op ontslagvergoedingen in een grensoverschrijdende situatie. De wijzigingen zijn voornamelijk gebaseerd op de uitspraak van de Hoge Raad op 14 oktober 2022. Deze uitspraak heeft geleid tot een herinterpretatie van het commentaar op het OESO-Modelverdrag van 15 juli 2014. 

Belangrijkste wijzigingen 

De belangrijkste wijzigingen in het nieuwe besluit zijn: 

  1. Het maken van onderscheid tussen belastingverdragen die vóór en na 15 juli 2014 zijn gesloten. 
  2. De invoering van de zogenoemde 4+-methode voor belastingverdragen die vóór 15 juli 2014 zijn gesloten. 
  3. De toepassing van het OESO-commentaar van 15 juli 2014 voor belastingverdragen die na deze datum zijn ondertekend. 
  4. De goedkeuring voor situaties waarin de toepassing van de 4+-methode tot (gedeeltelijke) dubbele belastingheffing leidt. 

Belastingverdragen vóór en ná 15 juli 2014 

De 4+-methode wordt toegepast voor belastingverdragen die vóór 15 juli 2014 zijn gesloten.  

De 4+-methode werd geïntroduceerd door de Hoge Raad in 2004. Hierbij wordt de verdeling van het heffingsrecht over een ontslagvergoeding bepaald door de staat waarin de dienstbetrekking werd uitgeoefend, in het jaar van beëindiging en de vier voorgaande jaren. 

Het OESO-commentaar van 15 juli 2014 wordt toegepast voor belastingverdragen die na 15 juli 2014 zijn gesloten. Hierbij wordt de ontslagvergoeding toegerekend op basis van de totale diensttijd bij de werkgever die de ontslagvergoeding betaalt.

Het OESO-commentaar biedt richtlijnen voor de fiscale behandeling van ontslagvergoedingen. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de ontslagvergoeding moet worden toegerekend aan de diensttijd waarop de hoogte van de ontslagvergoeding is gebaseerd. 

Goedkeuring voor situaties van dubbele belastingheffing 

In situaties waarin de toepassing van de 4+-methode tot (gedeeltelijke) dubbele belastingheffing leidt (omdat het andere verdragsland het OESO-commentaar toepast), mag toch het OESO-commentaar worden toegepast. Dit keurt de Staatssecretaris van Financiën goed. Deze goedkeuring geldt echter alleen als er geen sprake is van (gedeeltelijke) dubbele niet-heffing. 

Onderlinge overlegprocedure dubbele belastingheffing 

Wordt een belastingplichtige in andere situaties dan de bovengenoemde toch geconfronteerd met dubbele belastingheffing over zijn ontslagvergoeding? Dan zal Nederland proberen de dubbele belastingheffing met een onderlinge overlegprocedure op te lossen. 

Invloed op de praktijk 

De nieuwe beslissing over internationale toewijzing van ontslagvergoedingen heeft aanzienlijke gevolgen voor de praktijk. Het is nu complexer geworden om de verdeling van het heffingsrecht over ontslagvergoedingen in internationaal verband te bepalen. Daarom is het belangrijk om je goed te laten adviseren en tijdig contact op te nemen met een expert op dit gebied. 

Heeft u, in internationaal dienstverband, onlangs een ontslagvergoeding ontvangen of ontvangt u deze binnenkort en heeft u hier vragen over?  

Neem dan contact met ons op