A-G: “Geen meerderheidsbelang (meer) vereist voor fiscale eenheid btw.”

Hoe versoepelt EU arrest criteria financiële verwevenheid?

Uit het arrest van het EU-Hof van Justitie (HvJ) in de zaak NGD van 1 december 2022 blijkt dat de belastingdienst het vereiste van de meerderheid van het aandelenbelang niet mag stellen naast het vereiste van een meerderheid van de stemrechten. Het HvJ oordeelt dat het begrip ‘nauwe financiële banden’ een unierechtelijk begrip is en dat de belastingdienst uit het vereiste van een nauwe band niet zomaar mag opvatten dat de vorming van een f.e. is beperkt tot entiteiten die aan elkaar ondergeschikt zijn.

A-G wil nieuwe interpretatie eisen fiscale eenheid

Vaste rechtspraak van de Hoge Raad stelt dat bij aandelenvennootschappen sprake van financiële verwevenheid is als de meerderheid van de aandelen, waaronder de daaraan verbonden zeggenschap, (on)middellijk in dezelfde handen is. In deze zaak die voorligt bij de hoogste rechter is sprake van een belang van 50 procent van de aandelen en de daaraan verbonden juridische zeggenschap. De Rechtbank en het Hof hebben volgens het criterium van de Hoge Raad geoordeeld dat in deze zaak niet is voldaan aan het vereiste van financiële verwevenheid: 50 procent is namelijk géén meerderheid.

Hoe steekt deze zaak in elkaar?

• De activiteiten van BV X bestonden uit het inzetten van personeel in de thuiszorginstellingen BV Y en BV Z.
• Zij hadden hiervoor een samenwerkingsovereenkomst gesloten.
• A was één van de twee 50 procentaandeelhouders van BV X en bezat alle aandelen in BV Y en BV Z.
• De inspecteur legde over 2013 een naheffingsaanslag btw op voor de vergoeding die BV X voor het personeel ontving van BV Y en BV Z.
• BV X ging in beroep en stelde dat zij geen btw-belaste activiteiten verrichtte omdat zij alleen diensten verleende aan ondernemingen binnen de f.e..
• Rechtbank Zeeland-West-Brabant en Hof Den Bosch stelden haar in het ongelijk. Voor verwevenheid in financieel opzicht was volgens de Rechtbank en het Hof vereist dat tenminste de meerderheid van de aandelen in elk van de BV's middellijk of onmiddellijk in dezelfde handen was. 

A-G: “Meerderheidsbelang is te strenge eis.”

De A-G adviseert de Hoge Raad het beroep van BV X gegrond te verklaren. Dit omdat uit het arrest van het HvJ in de zaak NGD blijkt dat de invulling die de Hoge Raad heeft gegeven aan de financiële verwevenheid (zoals voor het laatst bevestigd in zijn arrest van 18 februari 2022) te streng is. Volgens die uitleg van de Hoge Raad moet de belastingdienst het bestaan van financiële verwevenheid aannemen zodra ten minste de meerderheid van de aandelen plús de aan de aandelen verbonden zeggenschap in elk van de vennootschappen die aan de ondernemersgroep toebehoren middellijk of onmiddellijk in dezelfde handen is. De A-G vindt dat de Hoge Raad dit nu geldende criterium voor financiële verwevenheid moet versoepelen. Volgens het arrest van het HvJ mag het vereiste van het meerderheidsbelang niet meer als voorwaarde worden gesteld.

Stem aandeelhouder moet doorslaggevend zijn

Niet de meerderheid van de aandelen is doorslaggevend, maar de mate waarin de stem van de aandeelhouder de doorslag geeft. De A-G concludeert dat de belastingdienst zonder twijfel de conclusie kan trekken dat sprake is van de vereiste financiële band tussen een (rechts)persoon die geen meerderheid van de aandelen in een andere entiteit in handen heeft, indien die (rechts)persoon in staat is zijn wil op te leggen aan de andere entiteit.

Ook een fiscale eenheid voor de btw vormen?

Wil je meer informatie over deze zaak of over het vormen van een fiscale eenheid voor de btw? Neem dan contact op met één van onze btw-adviseurs.

Neem contact op