Box 3

Hoge Raad: waardestijging tweede woning telt mee voor bepalen rendement box 3

Erik van der Sande
Door:
Waardestijging tweede woning telt mee voor bepalen rendement box 3
De Hoge Raad oordeelde op 6 juni 2024 dat de box 3-heffing nog steeds discriminerend is en het eigendomsgrondrecht schendt in die gevallen waarin het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement dat belastingplichtige heeft behaald. Op 14 juni 2024 gaf de Hoge Raad meer duidelijkheid voor bezitters van een tweede woning.
Onderwerpen

Eerdere uitspraken Rechtbank en Gerechtshof

In eerdere uitspraken oordeelden de Rechtbank en het Gerechtshof dat enkel directe, gerealiseerde opbrengsten moeten worden meegenomen bij het bepalen van het werkelijk rendement in box 3. Een zaak betreft een belastingplichtige met een box 3 vermogen van 1,1 miljoen euro, waarvan 121.000 euro onroerend goed in Nederland en 800.000 euro onroerend goed in Frankrijk. Het betreft het jaar 2017. De belastingdienst legt een aanslag op en verleent aftrek ter voorkoming van dubbele belasting voor het onroerend goed in Frankrijk. De belastingplichtige maakt bezwaar tegen het forfaitaire rendement box 3. 

De Rechtbank en het Gerechtshof oordelen dat de ongerealiseerde waardestijging van 16.000 euro van de onroerende zaak in Nederland buiten de heffing blijft. Na deze voor de belastingplichtige gunstige uitspraak wordt de zaak voorgelegd aan de Hoge Raad.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt in lijn met de uitspraak van 6 juni dat de ongerealiseerde waardestijging van 16.000 euro moet worden meegenomen voor het bepalen van het werkelijk rendement. Het werkelijke rendement omvat niet alleen de voordelen die worden getrokken uit vermogensbestanddelen in box 3 , zoals rente, dividend en huur, maar ook de positieve en negatieve waardeveranderingen van zulke vermogensbestanddelen. Deze waardeveranderingen behoren tot het werkelijke rendement ook als de belastingplichtige ze nog niet heeft gerealiseerd.

Omdat het werkelijke rendement hoger is dan het forfaitaire rendement krijgt de belastingplichtige geen vermindering van zijn aanslag. De woning in Frankrijk blijft voor het bepalen van het werkelijk rendement buiten aanmerking.

WOZ-waarde is uitgangspunt

In een andere zaak heeft de Hoge Raad bepaald dat voor het bepalen van het werkelijk rendement van een woning in box 3 moet worden uitgegaan van de WOZ-waarde van die woning. Daarbij geeft de Hoge Raad aan dat moet worden uitgegaan van de WOZ-waarde aan het begin en aan het einde van het jaar.

Onduidelijkheden

Is nu duidelijk hoe het werkelijk rendement van een tweede woning moet worden bepaald? Helaas niet. De Hoge Raad zegt wel dat de WOZ-waarde geldt, maar niet van welk jaar.

Voorbeeld

Een belastingplichtige heeft een tweede woning in box 3. In zijn aangifte inkomstenbelasting 2023 geeft hij de WOZ-waarde 2023 aan van 200.000. De WOZ-waarde 2023 heeft als peildatum voor het vaststellen van de waarde van 1 januari 2022. De WOZ-waarde 2024 met peildatum 1 januari 2023 is 220.000 euro. In 2023 heeft de belastingplichtige een dakkapel laten plaatsen voor 15.000 euro. Hoe hoog is het werkelijk rendement 2023?

  1. WOZ-waarde 2024 ad 220.000 minus WOZ-waarde 2023 minus investering 2023 van 15.000 euro = 5.000 euro?
    Dit lijkt vreemd want de investering is gedaan in 2023 terwijl de peildata van de WOZ-waarde 1 januari 2022 en 1 januari 2023 betreffen. Het verschil tussen deze twee peildata betreft hiermee het jaar 2022.
  2. WOZ-waarde 2024 ad 220.000 minus WOZ-waarde 2023 = 20.000 euro?
    Deze waardestijging vond in 2022 plaats. Waarom in aanmerking nemen in 2023? En als dan van de waardestijging 2022 wordt uitgegaan, mag dan de investering in 2023 worden meegenomen?
  3. WOZ-waarde 2025 minus WOZ-waarde 2024 minus investering 2023 van 15.000 euro = ??
    Het verschil tussen deze twee WOZ-waardes is gelijk aan het verschil tussen de peildata 1 januari 2024 en 1 januari 2023. Dat lijkt eerlijk. Echter, als de aangifte 2023 moet worden ingediend is de WOZ-waarde 2025 nog niet bekend.

Tip: maak tijdig bezwaar

Ontvangt u een definitieve aanslag en bent u van mening dat de aanslag te hoog is? Maak dan tijdig bezwaar en neem daarbij het voor u meest gunstige standpunt in. 

Wilt u meer weten of heeft u vragen? 

Neem dan contact op met een van onze specialisten. Wij helpen u graag.

Neem contact op