Box 3

Ontwikkelingen in box 3: wat moet je weten? (deel 3)

Erik van der Sande
Door:
Ontwikkelingen box 3 deel 3
Het dossier box 3 blijft volop in beweging. De Raad van State ziet grote struikelblokken bij het voorgestelde nieuwe box 3-stelsel en vindt dat het kabinet terug moet naar de tekentafel. De raad heeft het voorstel voor de Wet werkelijk rendement box 3 in juni van het vorige kabinet ontvangen. De datum van invoering 2027 was al uiterst onzeker; deze onzekerheid neemt alleen maar toe.

Zwaarwegende bezwaren

De Raad van State oordeelt: “Er kleven zwaarwegende bezwaren aan het box 3-stelsel dat de regering voorstelt, onder andere op het gebied van de uitvoering. Uit de uitvoeringstoets van de Belastingdienst blijkt dat het voorstel ingrijpende gevolgen heeft voor burgers en de Belastingdienst. Het zal leiden tot slechtere dienstverlening, beperkte mogelijkheden tot vooroverleg met een belastinginspecteur en onvoldoende toezicht. Het stelsel wordt veel complexer.”

Volgens het wetsvoorstel komt er een vermogensaanwasbelasting, een vermogenswinstbelasting én een netto vastgoedbijtelling voor onroerend goed dat je niet verhuurt. Dit maakt de wet onnodig complex.

De raad mist een integrale visie op het belasten van vermogen en dit is juist nodig om een afgewogen keuze te maken voor een nieuw box 3-stelsel. De raad adviseert aandacht te schenken aan de bijdrage die de opbrengst van box 3 moet leveren aan de belastingmix: belasting op arbeid levert 49 procent van de totale inkomsten, belasting op consumptie 30 procent en belasting op vermogen 21 procent. Deze onderlinge verhouding moet het kabinet in het oog houden, vindt de raad. Want leidt het belasten van vermogen niet tot een toereikende opbrengst, dan neemt de druk op het genereren van aanvullende inkomsten via de andere genoemde grondslagen toe en vice versa.

Daarnaast speelt de vergrijzing een rol: de overheidsuitgaven stijgen terwijl de belastinginkomsten uit arbeid in verhouding niet toenemen. Dit kan leiden tot een verschuiving in de belastingmix richting consumptie en vermogen. 

Hoe nu verder?

Dat is een grote vraag. De Hoge Raad heeft arrest gewezen. Tot de datum van invoering van het nieuwe stelsel kun je een beroep doen op het werkelijke rendement áls dit lager is dan het forfaitair vastgestelde rendement. Nog niet alle vragen over de manier waarop je het werkelijk rendement moet vaststellen zijn beantwoord. In juni 2025 moet alles duidelijk zijn en kun je het formulier Opgaaf werkelijk rendement invullen. Dat belooft het kabinet nu in ieder geval… Na invoering van de Wet werkelijk rendement gelden vergelijkbare regels om het werkelijk rendement vast te stellen, zoals de Hoge Raad dat heeft bepaald. Let op: er zijn belangrijke uitzonderingen. Zie onze eerdere nieuwsberichten.

Meer informatie over box 3?

Neem dan contact op met een van onze specialisten. Zij helpen je graag verder.

Neem contact op.