DBA

Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA)

John Boer
Door:
Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA)
Opdrachtgevers en opdrachtnemers (zzp-ers) hebben graag zekerheid over de soort arbeidsrelatie die zij met elkaar aangaan. Zij dienen de afspraken over de uit te voeren werkzaamheden in een overeenkomst van opdracht of in een arbeidsovereenkomst vast te leggen.
Onderwerpen

Tot 1 mei 2016 kon die zekerheid verkregen worden doordat de opdrachtnemer een VAR (Verklaring arbeidsrelatie) aanvroeg bij de Belastingdienst. De VAR is met ingang van 1 mei 2016 vervangen door de wet Deregulering Arbeidsrelatie (Wet DBA).

Op deze pagina gaan wij dieper in op de Wet DBA. Maar eerst zoomen we in op waar het eigenlijk over gaat, namelijk schijnzelfstandigheid. 

Wat is schijnzelfstandigheid?

Van schijnzelfstandigheid is sprake wanneer (op papier) werkzaamheden worden verricht als zelfstandige (zzp'er), terwijl die zelfstandigheid in de praktijk ontbreekt en de arbeidsrelatie in feite een dienstbetrekking is.

Waarom wil je schijnzelfstandigheid voorkomen?

Als er sprake is van schijnzelfstandigheid kan de Belastingdienst arbeidsrelaties her-kwalificeren. Dit houdt in dat de arbeidsrelatie vanuit fiscaal- en sociaalzekerheidsrechtelijk oogpunt wordt aangemerkt als dienstbetrekking, terwijl het op papier gaat om een overeenkomst van opdracht. 

Gevolgen schijnzelfstandigheid opdrachtgever

Het her-kwalificeren kan vergaande gevolgen hebben, voor zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer (zzp'er). Zo is de opdrachtgever (die dan eigenlijk de werkgever is) bij een her-kwalificatie onder andere verplicht om:

  • op de betalingen die hij aan de zzp'er (werknemer) heeft gedaan loonbelasting en premies volksverzekeringen in te houden en af te dragen;
  • voor de werknemer premies werknemersverzekeringen en de bijdrage voor de Zorgverzekeringswet af te dragen, en indien van toepassing;
  • het werkgeversdeel van de pensioenpremie bij het mogelijke verplichte pensioenfonds in te leggen;
  • mogelijk andere verplichtingen vanuit het CAO nog na te komen.  

Gevolgen schijnzelfstandigheid zzp'er

Voor de zzp'er (die dan eigenlijk werknemer is) heeft een her-kwalificatie ook gevolgen. De zzp'er:

  • dient verkregen inkomsten in de aangifte inkomstenbelasting in beginsel aan te geven als loon uit dienstbetrekking. In plaats van als winst uit de onderneming of als resultaat uit overige werkzaamheden;
  • heeft dan geen recht op de fiscale ondernemersfaciliteiten, zoals de zelfstandigenaftrek;
  • is mogelijk verplicht om zich bij een pensioenfonds of pensioenverzekeraar aan te sluiten. Dit is afhankelijk van het bedrijf waarvoor de werkzaamheden worden verricht;
  • dient mogelijk andere verplichtingen vanuit het CAO nog na te komen.  
Zzp-wet schijnzelfstandigheid in aangepaste vorm naar Raad van State
Lees dit artikel
Zzp-wet schijnzelfstandigheid

Wat is de Wet DBA?

Om de arbeidsrelatie tussen een werkende en een werkgevende duidelijk te krijgen is de Wet DBA geïntroduceerd. Het ten onrechte aanmerken van een arbeidsrelatie als een overeenkomst van opdracht of een arbeidsovereenkomst heeft vergaande gevolgen. 

Door de Wet DBA is de VAR regeling vervallen. Uitgangspunt van de Wet DBA is dat opdrachtgevers en opdrachtnemers samen beoordelen of er sprake is van loondienst of van opdracht.

Binnen de gekozen arbeidsrelatie maken zij vervolgens afspraken. De door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomsten kunnen daarbij zekerheid geven.

Waar moet je rekening mee houden?

Het is belangrijk om te beoordelen of sprake is van een dienstbetrekking. In het geval van een dienstbetrekking  moet de werkgever namelijk loonheffingen inhouden en afdragen aan de Belastingdienst. Daarnaast moet de werkgever, in geval van ziekte van de werknemer, het loon doorbetalen bij ziekte en vakantie. En gelden de specifieke regels bij ontslag.

Wanneer is er sprake van een dienstbetrekking?

Een dienstbetrekking heeft 3 kenmerken:

  • werkgeversgezag;
  • de verplichting tot het leveren van (persoonlijke) arbeid;
  • een beloning;

Wordt aan alle kenmerken voldaan, dan is er in ieder geval sprake van een dienstbetrekking.

Wanneer is sprake van werkgeversgezag?

Soms is het moeilijk om te bepalen of er sprake is van werkgeversgezag. Moet de werknemer verplicht instructies of verplichtingen opvolgen die de werkgever hem/haar oplegt? Dan is er sprake van een gezagsverhouding en dus een dienstbetrekking.

Een modelovereenkomst kan zekerheid geven

Als een of meer kenmerken van een dienstbetrekking ontbreken, is er meestal géén sprake van een dienstbetrekking. 

Indien dit het geval is, dan zijn er verschillende modelovereenkomsten voor situaties waarbij een of meer kenmerken van een dienstbetrekking ontbreken. Deze modelovereenkomsten zijn te vinden op de site van de Belastingdienst. Wanneer je deze gebruikt, heb je zekerheid dat er geen sprake is van een dienstbetrekking.

Let op! Houden partijen zich niet aan hetgeen zij in de overeenkomst hebben afgesproken? Dan kan er sprake zijn van schijnzelfstandigheid, met alle mogelijke consequenties van dien.

Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie 

De Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie (WBA) van de Belastingdienst is een speciale website waarin opdrachtgevers via een vragenlijst zien of ze een zelfstandige mogen inhuren voor een opdracht of dat er een arbeidscontract nodig is. Je kunt hiervoor ook op onze website terecht: 

Naar de Webmodule

Webmodule arbeidsrelatie geeft duidelijkheid bij inhuur
Lees dit artikel
Webmodule arbeidsrelatie geeft duidelijkheid bij inhuur
Werken met zzp-ers, niet zonder risico
Lees dit artikel
young woman working on laptop

Opheffing handhavingsmoratorium in 2025

Om opdrachtgevers ruimte te geven om de modelovereenkomsten op de juiste manier te implementeren, is in november 2016 een tijdelijk handhavingsmoratorium ingesteld. Gedurende dat moratorium mag de Belastingdienst aanwijzingen geven als blijkt dat er sprake is een dienstbetrekking, maar mag alleen in gevallen van kwaadwilllendheid naheffen.

Op 1 januari 2025 komt er nog geen nieuwe wetgeving die meer duidelijkheid geeft wanneer een werkende voor u werkzaam is als werknemer, of als zzp’er. De Belastingdienst gaat wel het handhavingsmoratorium opheffen en gaat weer controleren. Ook gaat de Belastingdienst mogelijk naheffen in situaties waarbij geen sprake is van zelfstandigheid van de werkende. De Belastingdienst zal zich daarbij naar verwachting baseren op de kenmerken die door de Hoge Raad zijn aangelegd in de zaak Deliveroo.

Handhaving op schijnzelfstandigheid door de jaren heen

De VAR-verklaring - 2005 tot 2016

De VAR staat voor de verklaring van de arbeidsrelatie. Met deze verklaring gaf de Belastingdienst aan of de werkende werd aangemerkt als zelfstandige, directeur grootaandeelhouder, werknemer of als genieter van resultaat uit overige werkzaamheden.

De VAR-verklaring werd in 2016 afgeschaft en opgevolgd door de Wet DBA. De reden voor het afschaffen was dat alleen opdrachtnemers de VAR aan konden vragen, opdrachtgevers konden dit niet. Hierdoor waren opdrachtgevers niet verantwoordelijk voor de afgegeven VAR. 

Wet DBA (Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties) - Vanaf 2016

Bij de Wet DBA is niet de opdrachtnemer, maar de opdrachtgever verantwoordelijk voor het beoordelen van een juiste kwalificatie van de arbeidsrelatie. Dit stuitte in de praktijk op veel weerstand, omdat er te veel onduidelijkheid bestond over wat nu de juiste wijze was om een arbeidsrelatie te kwalificeren. De Wet DBA geeft hier geen concrete handvatten voor. 

Modelovereenkomsten DBA en het tijdelijk handhavingsmoratorium

Wel is er een stelsel van modelovereenkomsten ontstaan, die door de Belastingdienst goedgekeurd werden. Indien partijen een dergelijke modelovereenkomst gebruiken en overeenkomstig uitvoeren, zo is de gedachte, is er geen sprake van schijnzelfstandigheid. Dit zou in theorie duidelijkheid en rust moeten geven, maar in de praktijk valt dat tegen.

Check: is uw (model)overeenkomst DBA nog wel geldig?
Lees dit artikel
Check: is uw (model)overeenkomst DBA nog wel geldig?

Om opdrachtgevers meer ruimte te geven om de modelovereenkomsten op de juiste manier te implementeren, is in november 2016 een tijdelijk handhavingsmoratorium ingesteld. Tot 1 januari 2018 zou er niet gehandhaafd worden. 

Begin 2018 is er een toezicht plan gepubliceerd. In dit plan stonden 2 zaken beschreven:

  1. hoe de Belastingdienst toezicht zal houden zolang het handhavingsmoratorium van kracht is, en
  2. dat er gesprekken worden gestart met sectoren om beter inzicht te krijgen in de praktische problemen. Beginnend met onder andere de bouw en de zorg.

De looptijd van het handhavingsmoratorium is keer op keer verlengd en bestaat nog steeds. Vanaf januari 2020 werd het moratorium wel iets ingeperkt. Indien er namelijk sprake is van overduidelijke opzettelijke schijnzelfstandigheid, of het niet opvolgen van gerichte aanwijzingen van de Belastingdienst, dan volgt er een sanctie. 

Wet DBA blijft tot 2025 in de ijskast, wat nu te doen?
Lees dit artikel
Open CVs and Open FGRs - smiling businesswoman using laptop
Regeerakkoord aankondiging vervanging Wet DBA - Vanaf 2017

In het Regeerakkoord van 2017 is de vervanging van de Wet DBA door een nieuw wetsvoorstel aangekondigd. Met als doel: uitvoerbare en handhaafbare maatregelen. De nieuwe wet zou zekerheid aan opdrachtnemers en hun opdrachtgevers moeten bieden en de administratieve lasten zoveel mogelijk moeten beperken.

In dit wetsvoorstel werd er voor het kwalificeren van een dienstbetrekking gekeken naar het uurtarief. Volgens het wetsvoorstel  zou dit er als volgt uit moeten zien:

  • Laag tarief
    Gaat het om een opdracht met een laag uurtarief en een langdurige werkperiode? Of een laag uurtarief met het verrichten van  werkzaamheden gelijk aan werkzaamheden binnen de onderneming van de opdrachtgever? Dan is er altijd sprake van een dienstbetrekking. De grens van het lage uurtarief ligt tussen de 15 en 18 euro.
  • Hoog tarief
    Gaat het om opdrachten met een hoog uurtarief in combinatie met een korte werkperiode? Of in combinatie met het verrichten van werkzaamheden anders dan die door de opdrachtgever zijn  onderneming worden verricht Dan komt er een ‘opt out’ uit de loonheffingen. Een hoog uurtarief is een uurtarief van 75 euro of meer.
  • Tussencategorie
    Valt het uurtarief tussen het lage en hoge tarief? Dan is er sprake van de tussencategorie en wordt een opdrachtgeversverklaring ingevoerd. Opdrachtgevers ontvangen deze verklaring als zij een web module invullen, met vragen over de aard van de werkzaamheden. Het kabinet onderzocht of er een goede balans mogelijk was tussen het aantal vragen van de web module (administratieve lasten) en de kwaliteit van de uitkomst (voldoende zekerheid).

Van al deze nieuwe plannen bleef alleen de web module bestaan.

Web Module - Vanaf januari 2021

Op 11 januari 2021 ging de pilot van de webmodule van de Belastingdienst van start. Deze anonieme online vragenlijst geeft opdrachtgevers meer duidelijkheid over de aard van de arbeidsrelatie met de opdrachtnemer. Aan de hand van de antwoorden, volgt een van de volgende uitkomsten:

  • Aanwijzing dat de opdracht buiten dienstbetrekking kan worden uitgevoerd;
  • Aanwijzing dat er sprake is van een dienstbetrekking;
  • Er kan geen oordeel gegeven worden op basis van de gegeven antwoorden;

De uitkomst van de webmodule is slechts een indicatie en is geen juridische beslissing. Partijen kunnen daar geen rechten aan ontlenen. De uitkomst helpt bij de beoordeling en beslissing over hoe u werkzaamheden laat uitvoeren:

  • in dienstverband onder de vlag van een arbeidsovereenkomst, of
  • buiten dienstverband onder de vlag van de overeenkomst van opdracht
    Webmodule beoordeling werkrelatie nog niet optimaal voor zzp’ers in de zorg
    Lees dit artikel
    Webmodule beoordeling werkrelatie nog niet optimaal voor zzp’ers in de zorg
Voortgangsbrief stapsgewijze opheffing handhavingsmoratorium - 16 december 2022

Op 16 december 2022 verscheen de voortgangsbrief “Werken met en als zelfstandige(n)”. Dit is een 42-pagina lange brief met de maatregelen die het kabinet op het gebied van werken als (en met) zelfstandige(n) voor ogen heeft. In de brief is ook aandacht besteed aan de stapsgewijze opheffing van het huidige handhavingsmoratorium.

Kort samengevat volgt uit de voortgangsbrief dat het kabinet de regels rondom het werken als (en met) zelfstandige(n) toekomstbestendiger wil maken. Om dit te bereiken zet het kabinet in op drie pijlers:

  1. Een gelijker speelveld tussen contractvormen
  2. Meer duidelijkheid over wanneer wordt gewerkt als werknemer of als zelfstandige
  3. Verbetering van de handhaving op schijnzelfstandigheid
    ZZP’ers in de zorg: hoe lang houdt dat nog stand?
    Lees dit artikel
    Friendly nurse talking to senior patient

Pijler 1: Gelijker speelveld tussen contractvormen

Voor een gelijker speelveld tussen opdrachtnemers en werknemers komen 2 maatregelen:

  • afschaffing van de fiscale oudedagsreserve, en
  • een (versnelde) afbouw van de zelfstandigenaftrek in de inkomstenbelasting

Daarnaast wordt onderzoek gedaan naar:

  • de mogelijke invoering van een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen,
  • de mogelijkheden voor collectief onderhandelen, en
  • de versterking van zelfstandigen in de SER (Sociaal Economische Raad, een advies orgaan van de regering waarin zowel werkgevers- werknemers vertegenwoordigers zitting hebben).

Pijler 2: Meer duidelijkheid over wanneer wordt gewerkt als werknemer of als zelfstandige

Het kabinet wil de open norm “werken in dienst van” (lees: “gezag”) uit artikel 7:610 BW van het Burgerlijk Wetboek verduidelijken met drie hoofdelementen:

  • het wettelijk vastleggen van het feit dat “werken in dienst van” (gezag) ook aan de orde kan zijn bij werk dat “organisatorisch is ingebed” in de onderneming van de werkgevende;
  • er wordt gelet op de aanwezigheid van materieel gezag (hiervan is sprake als er bijvoorbeeld instructies mogen worden gegeven en er toezicht wordt gehouden);
  • er wordt gekeken of sprake is van “zelfstandig ondernemerschap” bij de werkende als contra-indicatie voor het bestaan van een  arbeidsovereenkomst.

Pijler 3: Verbetering van de handhaving op schijnzelfstandigheid

Het kabinet streeft er naar de handhaving op de (juiste) kwalificatie van een arbeidsrelatie op korte termijn te versterken en verbeteren, om uiterlijk op 1 januari 2025 het handhavingsmoratorium volledig op te heffen. 

Werken met zzp-ers, niet zonder risico
Lees dit artikel
young woman working on laptop
Voortgangsbrief - 3 april 2023

De voortgangsbrief geeft aan hoe minister Van Gennip de regelgeving rondom de beoordeling van arbeidsrelaties wil verduidelijken. Enerzijds bieden de maatregelen werkenden meer zekerheid en anderzijds vergroten ze de wendbaarheid voor bedrijven.

Het kabinet is van plan om de open norm “werken in dienst van”’ (gezag) uit het Burgerlijk Wetboek verder in te kleuren aan de hand van de jurisprudentie, zoals het Deliveroo arrest.

Hoge Raad in Deliveroo-arrest: bezorgers hebben een arbeidsovereenkomst
Lees dit artikel
food delivery rider with bicycle

Om de open norm “werken in dienst van” toetsbaar te krijgen, worden drie hoofdelementen benoemd:

  1. materiële ondergeschiktheid (toezicht, instructies etc.);
  2. de organisatorische inbedding van het werk in de onderneming van de werkgevende, en
  3. het zelfstandig ondernemerschap van de werkende en  als contra-indicatie voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst;

De minister stelt voor dat de conclusie of een arbeidsrelatie een arbeidsovereenkomst is, wordt gebaseerd op klassiek gezag en de te verrichten werkzaamheden in de organisatie van de werkgevende.

Wanneer de werkzaamheden van de werkender zijn ingebedl in de organisatie van de werkgevende, wat doorgaans het geval is als het om kernactiviteiten van de werkgevende gaat, dan is dat een belangrijke aanwijzing voor een gezagsverhouding en daarmee een arbeidsovereenkomst.

Concept Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden - 6 oktober 2023

In het kader van deze pijlers heeft Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Wet Vbar) in consultatie gebracht. Het wetsvoorstel streeft twee doelen na:

  1. Het onderscheid tussen zelfstandigen en werknemers moet duidelijker worden, en
  2. Het rechtsvermoeden van werknemerschap wordt geïntroduceerd. 

1. Verduidelijking wetgeving

In de wetgeving bepaalt het geheel aan feiten en omstandigheden of werk door een zelfstandige of werknemer mag worden gedaan. Deze open wetgeving is met de jaren verder ingevuld door jurisprudentie, maar blijft onduidelijk.

Het kabinet heeft daarom besloten de wetgeving rond “werken in dienst van” aan te scherpen met een helder toetsingskader. Dit biedt het handvat om te beoordelen of er sprake is van een zelfstandige of van een werknemer.

Volgens het wetsvoorstel is er sprake “inbedding van de werkzaamheden binnen de organisatie van de werkgevende” indien:

  1. de werkzaamheden plaatsvinden binnen het organisatorisch kader van de werkgevende (de normen en regels van de opdrachtgever);
  2. de werkzaamheden behoren tot de kernactiviteit van de organisatie van de werkgevende;
  3. de werkzaamheden zij-aan-zij worden verricht met werknemers;
  4. de werkzaamheden een structureel karakter hebben.

2. Rechtsvermoeden

Het kabinet een rechtsvermoeden introduceren, gebaseerd op het uurtarief. Indien het uurtarief lager is dan 32,24 euro, gaat het volgens het rechtsvermoeden om een arbeidsovereenkomst.

Stel dus dat een werkende aannemelijk maakt dat hij minder betaalt krijgt dan dit geldende uurtarief van (momenteel) 32,24 euro, dan zou hij volgens het rechtsvermoeden een arbeidsovereenkomst kunnen claimen. Op dat moment is het aan de werkgevende om aan te tonen dat er juist geen sprake is van een arbeidsovereenkomst.

Dit rechtsvermoeden maakt het voor werkende makkelijker om een arbeidsovereenkomst te claimen bij de werkgevende (en indien nodig bij de rechter). Het kabinet verwacht dat hier een preventief effect van uit gaat, zodat er al bij het aangaan van een arbeidsrelatie door de werkgevende kritischer gekeken wordt of er sprake moet zijn van een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht.

Dit uurtarief wordt gekoppeld aan de stijging van het minimumloon. 

Verduidelijkt de wet DBA 2025 de positie van zelfstandigen?
Lees dit artikel
zakenman denkt na

Terugkijken: Webinar Actualiteiten Arbeidsrecht

Hoe nu verder?

Op vrijdag 10 november 2023 sloot de internetconsultatie over het wetsvoorstel. Er waren meer dan 1.100 reacties, waaronder werkgevers- en zzp-organisaties en het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR). "De wet zorgt niet voor meer duidelijkheid en eenvoud voor bedrijven, werkenden en zelfstandigen bij het beoordelen van arbeidsrelaties", zegt het ATR  in een advies aan de Minister. Ook neemt de regeldruk niet af met het wetsvoorstel.

Over het voorstel voor een nieuwe zzp-wet zijn zzp'ers zelf niet te spreken. Acht op de tien zzp'ers steunen het wetsvoorstel niet. Dat blijkt uit een peiling van online bank Knab, onder ruim tweehonderd zzp'ers.

Verder wijzen juristen de Minister er nu al op dat er in de jurisprudentie niet veel onderscheidend vermogen wordt toegekend aan het begrip inbedding. Veel omstandigheden en feiten die duiden op inbedding, kunnen ook voorkomen in situaties waarin er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst.

Of dit wetsvoorstel dan ook op de voorgestelde wijze de eindstreep haalt, valt nog te bezien. Wij houden u op de hoogte.

Veelgestelde vragen over de Wet Deregulering Arbeidsrelatie (Wet DBA)

Als je vragen hebt over de de Wet Deregulering Arbeidsrelatie (Wet DBA), dan bent je niet de enige. Grote kans dat deze vraag al eens is gesteld. Hieronder beantwoordt onze ervaren adviseur een aantal van de meest gestelde vragen of bekijk alle veelgestelde vragen over de Wet DBA.

DBA staat voor de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties. Opdrachtgevers en opdrachtnemers (zzp'ers) hebben graag zekerheid over de arbeidsrelatie die ze met elkaar aangaan. Tot 1 mei 2016 kon dit met de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR). Sinds 1 mei 2016 is deze vervangen door de Wet DBA.

Schijnzelfstandigheid betekent dat iemand zich presenteert als zelfstandige terwijl er volgens het arbeidsrecht sprake is van een dienstverband.

Op basis van de Wet DBA kan de boete oplopen tot 100% van het bedrag dat de werkgever aan niet afgedragen loonheffingen en premies heeft betaald. De boete valt hoger uit indien de werkgever opzettelijk heeft gehandeld.

De Belastingdienst handhaaft als ze u als kwaadwillend zien. Dat bent u als u 'opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan omdat u weet – of had kunnen weten - dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking'. Ze kunnen u dan correctieverplichtingen of naheffingsaanslagen opleggen.

Door de onrust die na de invoering van de Wet DBA ontstond, werd door de Belastingdienst besloten de handhaving op de kwalificatie van arbeidsrelaties op te schorten. Deze opschorting wordt het Handhavingsmoratorium genoemd.

Mocht je nog vragen hebben over dit onderwerp of hulp nodig hebben bij de beoordeling of er sprake is van schijnzelfstandigheid of dienstbetrekking, dan kun je vanzelfsprekend contact met ons opnemen.

Graag helpen wij jou bij het opstellen van de juiste overeenkomst. Andere vragen op het gebied van het arbeidsrecht of loonbelasting? Wij helpen je graag!

Neem contact met ons op