Voorjaarsnota

Voorjaarsnota kondigt guur fiscaal ondernemersklimaat aan

insight featured image
Op vrijdag 20 mei jl. heeft het kabinet haar Voorjaarsnota gepubliceerd. Het is nog maar kort na de publicatie van het Regeerakkoord in december 2021. Toch wordt nu al een nieuwe richting ingeslagen. Inflatie, stijgende energieprijzen en de oorlog in Oekraïne laten het kabinet hard ingrijpen in het huishoudboekje van Nederland.
Onderwerpen

Er wordt gekozen voor extra uitgaven aan onder andere defensie, het minimumloon, de AOW en compensatie van zowel energieprijzen als box 3-spaarders. De dekking van deze uitgaven wordt met name gezocht bij ondernemers. Dit leidt tot een aantal aanzienlijke belastingwijzigingen die hoofdzakelijk per 1 januari 2023 in gaan. Hieronder geven wij een overzicht.

Kortere tariefschijf vennootschapsbelasting

Het tarief van de vennootschapsbelasting is in 2022 15% voor een winst tot € 395.000. Daarboven is het tarief 25,8%. De bedoeling is dat de tariefgrens per 1 januari 2023 wordt verlaagd naar € 200.000. Voor een onderneming met een winst van € 400.000 is dit een verschil van circa € 21.000 vennootschapsbelasting per jaar.

Aanpassing tarief box 2 inkomstenbelasting

Als u als directeur-grootaandeelhouder (dga) dividend uitkeert uit uw BV is dit belast in box 2 van de inkomstenbelasting met 26,9%. Het voornemen is om per 1 januari 2024 het tarief op te knippen in twee schijven. Het tarief bedraagt dan 26% voor een dividend tot € 67.000 per jaar. Indien meer dividend wordt uitgekeerd, bedraagt het tarief 29,5%.

Op dit moment wordt vermogen veelal opgepot in de BV om box 2-heffing uit te stellen. De tariefswijziging is bedoeld als prikkel om elk jaar ‘een beetje’ dividend uit te keren. De overheid hoopt hiermee een meer stabielere inkomensstroom uit box 2 te verkrijgen. Ook hoopt men grote belastingclaims bij overlijden van een aandeelhouder te voorkomen.

Let op! Per 1 januari 2023 treedt (waarschijnlijk) de Wet Excessief lenen bij de eigen vennootschap in werking. U bent dan kort gezegd ook box 2-heffing verschuldigd indien en voor zover u meer leent van uw vennootschap dan € 700.000.

Opvallend is dat door de tariefsaanpassing het belastingtarief voor ondernemen in een BV weer meer in lijn wordt gebracht met ondernemen in een eenmanszaak en de belastingheffing op salaris in box 1. Het toptarief in box 1 bedraagt voor salaris 49,5% en voor ondernemers in een eenmanszaak of VOF 42,5% (na aftrek van de mkb-winstvrijstelling). Bij ondernemen in een BV bedraagt het gecombineerde tarief van de vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting in box 2 straks 37,1% tot 47,7%.

De verwachting is dat de maatregel ook gaat gelden voor bestaande dividendreserves van een BV.

Tip: maak nog van het 26,9%-tarief gebruik door dividend uit te keren voor het einde van 2022.

Hoger gebruikelijk loon voor ondernemers

Als u directeur-grootaandeelhouder (DGA) bent en werkt voor uw BV, dan ontvangt u van de BV hiervoor een salaris. Hierover bent u in box 1 van de inkomstenbelasting maximaal 49,5% heffing verschuldigd. Dividend is op dit moment (nog?) aanzienlijk lager belast. Een DGA heeft dus een prikkel om zichzelf zo min mogelijk salaris uit te betalen. Deze prikkel wordt bestreden met de gebruikelijk loonregeling. Een DGA moet zichzelf voor zijn of haar werkzaamheden -kortgezegd- een zakelijk salaris uitbetalen. Hierbij wordt onder andere gekeken naar wat een vergelijkbare werknemer zou verdienen. Op dit moment mag de DGA op een zakelijk salaris 25% in mindering brengen. Het gebruikelijk loon moet dus ten minste 75% van een zakelijk salaris zijn (met een minimum van € 48.000). Deze doelmatigheidsmarge wordt verlaagd naar 15%. Concreet betekent dit dat veel DGA’s zichzelf een hoger salaris moeten uitbetalen.

Wijziging tarief overdrachtsbelasting voor niet-eigen woningen

Overdrachtsbelasting is verschuldigd bij de verkrijging van vastgoed. Op dit moment geldt een tarief van 2% overdrachtsbelasting bij aankoop van een woning voor eigen bewoning. Onder voorwaarden geldt een vrijstelling van overdrachtsbelasting voor starters. Wordt de woning niet zelf bewoond maar verhuurd aan derden dan bedraagt de overdrachtsbelasting 8%. Dit tarief geldt ook voor andere panden die geen woning zijn, zoals kantoren en fabrieken.

Gerucht was al dat het tarief van 8% zou stijgen naar 9%. In de nieuwe plannen van het kabinet wordt dit zelfs 10,1%. Hiermee wordt de aankoop van woningen voor de verhuur verder ontmoedigd. Voor ondernemers betekent het een lastenverzwaring bij aankoop van een (nieuw) bedrijfspand of kantoor.

Overige aankondigingen

Naast bovengenoemde maatregelen zijn nog een aantal andere fiscale wijzigingen aangekondigd. Dit betreft:

  • Afschaffing van de fiscale oudedagsreserve (FOR).
  • Versobering van de 30%-regeling voor het inhuren van expats tot een salaris van € 216.000 (Balkenende-norm).
  • Verhoging van de onbelaste reiskostenvergoeding voor werknemers per 1 januari 2023 naar € 0,21 en per 1 januari 2024 naar € 0,23 (nu € 0,19).
  • Versobering van de schenkingsvrijstelling voor de eigen woning naar ca. € 27.231 (thans € 106.671).
  • Schrappen van de geplande verhoging (van € 50.000 naar € 80.000) van het heffingsvrij vermogen in box 3 van de inkomstenbelasting.
  • Versobering van de algemene heffingskorting en ouderenkorting.

Prinsjesdag

Tot slot heeft het kabinet nog een aantal minder concrete voornemens aangekondigd. Afhankelijk van de stand van de economie wordt op Prinsjesdag mogelijk gekozen voor een verdere verzwaring van de belastingheffing op vermogen (box 3). Daarnaast worden de resultaten van de evaluatie van de bedrijfsopvolgingsregelingen voor de schenk- en erfbelasting afgewacht. Mogelijk leidt dit tot versobering van deze fiscaal gunstige regelingen voor bedrijfsoverdracht bij schenken en erven.

Het wetgevend proces moet voor bovenstaande plannen nog doorlopen worden. Op Prinsjesdag worden wetsvoorstellen verwacht. De wetsvoorstellen moeten door de Tweede en Eerste Kamer worden aangenomen. Het gaat dus vooralsnog om plannen. Na de publicaties van de wetsvoorstellen op Prinsjesdag informeren wij u verder over deze onderwerpen.

 

Heeft u in de tussentijd vragen? Neem contact op met uw vaste adviseur.