Legal

Nieuwe Wet bestuur en toezicht rechtspersonen: zorg voor gewijzigde statuten en navolging in de praktijk

Géraldine Grünberg
Door:
insight featured image
Bent u bestuurslid van een vereniging of een stichting? Dan moet u per 1 juli 2021 voldoen aan de nieuwe Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR). Onze ondernemingsrecht experts krijgen regelmatig vragen over deze nieuwe wet. Wat houdt deze precies in en waar moet u als bestuurslid rekening mee houden?
Onderwerpen

Wat houdt de WBTR in?

De WBTR is bedoeld om bestuur en toezicht van verenigingen en stichtingen te verbeteren. De wet bestaat uit nieuwe regels over taken van het bestuur, bevoegdheden, verplichtingen en aansprakelijkheden. De nieuwe wet is een goed moment om even stil te staan bij uw positie en verantwoordelijkheden als bestuurder en de risico’s die daarmee zijn gemoeid.

Veel van wat er in de nieuwe wet is vastgelegd, geldt overigens al als gangbaar in de praktijk. De gevolgen vallen dus best mee, al wordt u wel geacht om enkele stappen te nemen zodat uw organisatie voldoet aan de verplichtingen die de wetswijziging oplegt.

Voor wie geldt de WBTR?

Veel mensen zitten in het bestuur van een vereniging of stichting. En of dat in de plaatselijke muziekvereniging, een schoolstichting of grote verenigingen zoals de nationale sportbonden is: bestuurswerk wordt vaak ervaren als een zinvolle tijdsbesteding. Vaak vrijwillig en soms betaald. Vanaf 1 juli 2021 verandert de wetgeving, waardoor u als bestuurslid hoofdelijk (persoonlijk) aansprakelijk kan zijn als er iets misgaat. Zorg dus dat u tijdig actie onderneemt en bestuur en toezicht op orde zijn binnen uw vereniging of stichting.

De WBTR is relevant voor:

  • Alle bestuursleden van verenigingen en stichtingen (inclusief coöperaties en de onderlinge waarborgmaatschappijen).
  • Vrijwilligers én betaalde bestuurders.
  • Grote en kleine verenigingen/stichtingen.
  • Nationaal, regionaal en lokaal.
  • Van belangen- en beroepsorganisaties tot gezelligheids- en lotgenotenverenigingen.
  • Sport, welzijn, cultuur, goede doelen, et cetera.

Welke stappen en maatregelen moet u als vereniging of stichting (verplicht) nemen?

Er zijn verschillende stappen die u kan of moet nemen. Hieronder lichten we de meest in het oog springende maatregelen toe.

Stap 1: statutencheck (en wijziging)

Vanaf de ingangsdatum van deze nieuwe wet moeten de statuten een bepaling bevatten waarin staat wat er moet gebeuren bij ‘ontstentenis of belet’ van alle bestuurders (en/of toezichthouders). Wie moeten er beslissen als niemand van het bestuur dat meer kan of mag. Denk bijvoorbeeld aan vervanging van het bestuur door de kascommissie of het instellen van een zogeheten continuïteitscommissie. Het is overigens niet noodzakelijk om meteen naar de notaris te gaan en de statuten aan te laten passen. Dat hoeft pas bij de eerstvolgende statutenwijziging nadat de WBTR in werking is getreden.

Voor sommige (grotere) verenigingen (bijvoorbeeld de hockey- of voetbalbond) stelt de branchevereniging modelstatuten op. Vraag hiernaar bij de bond.

Stap 2: nieuwe vorm van besturen implementeren

Niet alle nieuwe wettelijke bepalingen hoeven hun weg naar de statuten te vinden. Hoewel het voor de hand ligt om, als u de statuten dan toch wijzigt, ook onderstaande wijzigingen direct op te nemen. Of u ze wel of niet in de statuten vastlegt, de nieuwe regels gelden vanaf 1 juli 2021 automatisch. In de praktijk moet u er natuurlijk wél uitvoering aan geven.

Onderstaande nieuwe wettelijke bepalingen moeten in elk geval tot de bestuurspraktijk gaan behoren:

  • Het (eigen)belang van de organisatie staat voorop. Is er sprake van een tegenstrijdig belang? Dan mag de betreffende bestuurder (of commissaris) niet meedoen aan de overleggen of daarover beslissen. Denk bijvoorbeeld aan het inhuren van een partner of familie voor een klus.
  • Bestuurders van een vereniging hebben altijd het recht om de algemene vergadering te adviseren over een te nemen besluit. Ook als ze vervolgens zelf mee mogen stemmen over dat besluit.
  • Een bestuurder mag niet meer stemmen uitbrengen in een vergadering dan de andere bestuursleden samen.
  • Tenzij het bindende karakter vooraf is ontnomen, geldt bij de voordracht van slechts 1 kandidaat voor een functie dat de kandidaat wordt benoemd.

Stap 3: nadenken over mogelijke wijziging organisatie van bestuur en toezicht

Het is voor verenigingen of stichtingen niet verplicht om een toezichthoudend orgaan, zoals een Raad van Toezicht, te hebben. Het is wel een optie om serieus te overwegen, zeker bij grotere organisaties. In de nieuwe wet staan ook de regels om bestuur en toezicht te scheiden, een Raad van Commissarissen in stellen of te kiezen voor een one-tier board (waarbij het bestuur bestaat uit toezichthoudende en uitvoerende bestuurders). Dat onderscheid was er al en heeft nu ook een wettelijke grondslag. En dat is relevant voor de (beperking van) aansprakelijkheid van bestuurders die verder af staan van het dagelijks bestuur.

Stap 4: maatregelen om aansprakelijkheidsrisico’s bestuurders te beperken

Heeft het bestuur zijn taak onbehoorlijk uitgevoerd en is aannemelijk dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement van een rechtspersoon? Dan is iedere bestuurder hoofdelijk aansprakelijk voor de inboedel voor het tekort. Er is een uitzondering: de bestuurder die kan aantonen dat de onbehoorlijke taakvervulling niet aan hem te wijten is en duidelijk kan maken dat hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen af te wenden, is niet aansprakelijk.

Van een onbehoorlijke taakvervulling is bijvoorbeeld sprake als de jaarrekening niet is deponeert en dat voor de organisatie wel verplicht is, de administratie niet deugt of u overeenkomsten aangaat waarvan u weet dat de rechtspersoon die niet kan nakomen. Is uw stichting of vereniging VPB- of jaarrekening plichtig, dan is een misleidende voorstelling van zaken in de jaarrekening, het bestuursverslag of tussentijdse cijfers ook een reden voor hoofdelijke (persoonlijke) aansprakelijkheid van de bestuurders en toezichthouders jegens derden.

Aansprakelijkheid op basis van onbehoorlijke taakvervulling gold al voor bestuurders en commissarissen van NV’s en BV’s en commerciële verenigingen en stichtingen. Voor niet-commerciële rechtspersonen, zoals de eerdergenoemde plaatselijke muziekvereniging, betekent de uitbreiding van de aansprakelijkheid een verhoging van persoonlijke risico’s. Kort door de bocht: vrijwillig besturen brengt vanaf 1 juli 2021 meer risico’s met zich mee!

Tip: leg in de statuten in elk geval duidelijke afspraken vast over aankopen, financiën en besluitvorming. En zorg dat de taken binnen het bestuur goed zijn verdeeld. Zijn deze zaken niet (goed) op orde, dan loopt u als bestuurslid meer risico.

Daarnaast adviseren wij u om een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering af te sluiten.

Tot slot: ontslag bestuurders makkelijker

Het wordt makkelijker om bestuurders te ontslaan, namelijk net zo makkelijk als een bestuurder van een BV of NV. Als een betaalde bestuurder wordt ontslagen, leidt dit automatisch tot het einde van de arbeidsovereenkomst. De rechter kan het dienstverband niet meer herstellen, hooguit een vergoeding opleggen. Ontslaat de rechter een bestuurder, dan volgt automatisch een bestuursverbod voor 5 jaar, tenzij de bestuurder geen ernstig verwijt kan worden gemaakt. Wij adviseren daarom de arbeidsovereenkomst na te lezen op wat er is afgesproken over het einde van het dienstverband en deze zo nodig aan te passen.

Wet bestuur en toezicht rechtspersonen gedeeltelijk uitgesteld

Vanwege een technische onmogelijkheid is in het handelsregister niet aan te geven of een bestuurder uitvoerend, of niet-uitvoerend is. Daardoor wordt de ‘one-tier’ regeling met betrekking tot verenigingen en stichtingen nog niet per 1 juli aanstaande van kracht.

Oók de bepalingen betreffende ontstentenis en belet bij de NV worden nog niet van kracht. Zoals in de praktijk al was geconstateerd, ontbreekt een overgangsbepaling.

Het koninklijk besluit hiertoe wordt vandaag (18/6/2021) in het Staatsblad gepubliceerd.

Meer weten of hulp nodig?

Hierboven staan de belangrijkste wijzigingen die de WBTR met zich meebrengt ten opzichte van de huidige stand van zaken. Wilt u meer weten of heeft u hulp nig bij de implementatie van de WBTR en de inrichting van uw organisatie? Neem dan contact op met onze ondernemingsrecht experts.