Overdrachtsbelasting

Fusievrijstelling overdrachtsbelasting in meer gevallen toepasbaar

Lode Haenen
Door:
insight featured image
Voor de overdrachtsbelasting geldt onder voorwaarden een vrijstelling bij verkrijging van onroerende zaken bij een juridische fusie tussen rechtspersonen. De vrijstelling geldt alleen als de fusie hoofdzakelijk plaatsvindt op grond van zakelijke overwegingen. Uit een recente uitspraak van Gerechtshof Amsterdam, blijkt dat die zakelijke overwegingen sneller aanwezig zijn, dan door de Belastingdienst werd bepleit.
Onderwerpen

De casus was als volgt: 2 pensioen-bv’s die gezamenlijk eigenaar waren van een pand, zijn juridisch gefuseerd. De bv die bij de fusie het vermogen van de verdwijnende bv verkreeg, claimde vrijstelling van overdrachtsbelasting voor de verkregen andere helft van het pand. Zonder vrijstelling zou € 3.000 overdrachtsbelasting zijn verschuldigd. De verkrijgende bv bezat naast het voornoemde pand nog een ander pand. Verder bestonden de bezittingen van beide bv’s nagenoeg geheel uit vorderingen en liquide middelen. Naast de huurinkomsten uit de panden, genoten beide bv’s regelmatig inkomsten uit intellectuele eigendomsrechten, die niet op de balansen waren geactiveerd.

Naar de mening van de Belastingdienst waren er niet genoeg zakelijke overwegingen voor de toepassing van de fusievrijstelling voor de overdrachtsbelasting. De activiteiten van de bv’s hielden daarvoor naar de mening van de Belastingdienst te weinig om het lijf en er was amper sprake van synergievoordelen als gevolg van de fusie. De Rechtbank en in hoger beroep het Gerechtshof, oordeelden dat voor bv’s met beperkte activiteiten de synergietoets weliswaar een rol speelt, maar niet zo zwaar weegt als voor bv’s die een materiële onderneming drijven.

In deze zaak waren volgens de Rechtbank en het Gerechtshof de gestelde jaarlijkse besparing van € 7.500 op de accountantskosten en het samenvoegen van vermogens die ter dekking van de pensioenaanspraken werden aangehouden, voldoende zakelijke argumenten om de fusievrijstelling van toepassing te laten zijn. Bovendien was de jaarlijkse kostenbesparing van € 7.500 veel hoger dan de eenmalige besparing van € 3.000 overdrachtsbelasting. Die verhouding maakte aannemelijk dat besparing van overdrachtsbelasting niet de doorslaggevende reden was voor de fusie.

Betekenis voor de praktijk: een juridische fusie zorgt al snel voor een besparing op de jaarlijkse accountantskosten. Als die kostenbesparing de eenmalige besparing van overdrachtsbelasting overtreft, zijn de voor de fusievrijstelling benodigde zakelijke overwegingen makkelijker te onderbouwen. De fusievrijstelling voor de overdrachtsbelasting zal dus vaker van toepassing zijn.