Belastingen

De nieuwe tariefstructuur

Erik van der Sande
Door:
insight featured image
De belastingtarieven in box 2 en box 3 zijn drastisch aangepast. Deze aanpassing heeft invloed op uw netto rendement. Bij uw beleggingsstrategie kunt u hier rekening mee houden.
Onderwerpen

Vennootschapsbelasting

Het tarief vennootschapsbelasting 2023 wordt fors verhoogd. Het tarief in de eerste schijf wordt verhoogd en bovendien wordt de grens van de eerste schijf verlaagd. Het toptarief (de tweede schijf) blijft 25,8%.

  2022 2023
Tarief t/m € 200.000 - 19%
Tarief t/m € 395.000 15% -

Bij een winst van 395.000 euro is de extra heffing in 2023 ruim 29.000 euro.

Aanmerkelijk belangbelasting

De uitkering van winst aan een DGA wordt belast met aanmerkelijk belangbelasting. Deze heffing is ook verschuldigd in andere situaties. Denk hierbij aan de winst behaald bij verkoop van de aandelen.

Het huidige tarief is 26,9%. Vanaf 2024 geldt er een progressief tarief. De eerste 67.000 euro wordt belast tegen een tarief van 24,5%; daarboven gaat een tarief gelden van 31%. Voor fiscaal partners wordt het bedrag van 67.000 euro verdubbeld tot 134.000 euro.

Tip

Planning van dividenduitkeringen wordt hiermee belangrijker. Het is te overwegen om jaarlijks uitkeringen te doen in plaats van eenmaal een hoge uitkering.

Voorbeeld

De BV van een alleenstaande DGA keert in 2023 een dividend aan hem uit van 200.000 euro. De belastingheffing is 53.800 euro. Bij een uitkering van dit dividend in 2024 zou de heffing 57.645 euro bedragen. De DGA had er ook voor kunnen kiezen om de uitkering over twee jaar te spreiden (bijvoorbeeld 100.000 euro op 31 december 2024 en 100.000 euro op 1 januari 2025). De heffing zou dan 53.290 euro zijn.

Inkomstenbelasting box 3

In het box 3-stelsel in de jaren 2023 tot en met 2025 wordt het vermogen gesplitst in banktegoeden, overige bezittingen en schulden, waarna op elke categorie een ander forfaitair rendementspercentage wordt toegepast. Op de banktegoeden wordt een laag percentage vergelijkbaar met de spaarrentes toegepast. Dit percentage is nu nog niet bekend, maar wordt na afloop van 2023 vastgesteld. Ook het percentage voor 2022 is nog niet bekend. Voor 2021 bedroeg dit percentage 0,01%. Op overige bezittingen wordt in 2022 een percentage van 5,53% en in 2023 een percentage van 6,17% toegepast. Schulden zijn niet aftrekbaar tegen de werkelijke rente maar tegen een forfait. Ook dit percentage wordt pas na afloop van 2023 vastgesteld. Het percentage voor 2022 is nog niet bekend, voor 2021 bedroeg dit percentage 2,46%.

Door dit verschil in percentages, is het verstandig de samenstelling van uw vermogen te beoordelen. Op die manier krijgt u inzicht in de gevolgen van de nieuwe box 3-heffing voor uw situatie.

Het saldo van de forfaits wordt jaarlijks belast met inkomstenbelasting in box 3 tegen een tarief van 31% in 2022. In 2023 is het tarief 32%, in 2024 33% en in 2025 34%.

Het is de bedoeling dat vanaf 2026 een nieuw stelsel op basis van het werkelijk rendement gaat gelden. Hoe dat stelsel er precies uit komt te zien is nog niet bekend. Wel is aangekondigd dat behalve de inkomsten uit vermogen ook de waardeontwikkelingen zullen worden belast.

Voorbeeld

Dit voorbeeld gaat uit van een alleenstaande belastingplichtige. Er is geen rekening gehouden met een schuldendrempel en heffingsvrij vermogen.

Indien de bezittingen van deze belastingplichtige enkel bestaan uit een banktegoed van 1,0 mio dan is het forfaitaire rendement 100 euro. De belasting 2023 is 32% = 32 euro. Zouden de banktegoeden worden omgezet in een beleggingsportefeuille dan neemt de heffing toe tot 19.744 euro. Om het rendement te vergroten besluit de belastingplichtige een lening aan te gaan bij de bank van 500.000 euro, waarna zijn beleggingsportefeuille 1,5 miljoen bedraagt. Zijn vermogen is nog altijd 1,0 miljoen. De belastingheffing is nu 25.680 euro.

U ziet, het vermogen blijft gelijk, de heffing verschil aanzienlijk. Wat uiteindelijk de juiste keuze is hang mede af van het reëel rendement op het vermogen.